Uit het verwijzingsarrest blijkt dat het Hof van Beroep van oordeel is dat de geldboete waarin de bepaling
en voorzien die van kracht waren wanneer de feiten zijn gepleegd (artikel 39, eerste lid, van de wet van 10 juni 1997, intussen gedeeltelijk vernietigd bij het voormelde arrest nr. 140/2008) hoger is dan die waarin is voorzien door de bepalingen die van kracht zijn op het ogenblik van het vonnis zoals die zijn opgenomen in de wetten van 21 en 22 december 2009, maar dat de daarbij ingevoerde regeling zelf strenger is dan die welke voortvloeit uit de bij het arrest nr. 140/2008 besloten gedeeltelijke vernietiging die de beklaagde genie
...[+++]t.Aus dem Vorlageentscheid geht hervor, dass der Appellationshof den Standpunkt vertritt, dass die Geldbusse, die in den z
um Zeitpunkt der Straftat geltenden Bestimmungen (Artikel 39 Absatz 1 des Gesetzes vom 10. Juni 1997, inzwischen durch den vorerwähnten Entscheid Nr. 140/2008 teilweise für nichtig erklärt) vorgesehen sei, höher sei als diejenige, die in den zum Zeitpunkt des Urteils geltenden Bestimmungen, so wie sie in den Gesetzen vom 21. und 22. Dezember 2009 enthalten seien, vorgesehen sei, dass jedoch die dadurch eingeführte Regelung selbst strenger sei als diejenige, die sich aus der durch den Entscheid Nr. 140/2008 beschlossenen
...[+++] teilweisen Nichtigerklärung ergebe und für den Angeklagten vorteilhaft sei.