1. Slechts de monomeren en de overige uitgangsstoffen, die zijn opgenomen in bijlage II, delen A en B, mogen worden gebruikt voor het vervaardigen van materialen en voorwerpen van kunststof, waarbij de voorgeschreven beperkingen moeten worden nagekomen.
(1) Zur Herstellung von Bedarfsgegenständen aus Kunststoff sind nur die Monomere und sonstigen Ausgangsstoffe zu verwenden, die in Anhang II Abschnitte A und B aufgeführt sind, wobei den dort vorgesehenen Einschränkungen Rechnung zu tragen ist.