1. Een lidstaat kan met betrekking tot de zone van 12 zeemijl gerekend vanaf zijn basislijnen niet-discriminerende maatregelen nemen om visbestanden in stand te houden en te beheren, en om het effect van visserij op de om doelstellingen voor andere levende aquatische hulpbronnen te behalen en om de staat van instandhouding van mariene ecosystemen tot een minimum te beperken te handhaven of te verbeteren , op voorwaarde dat de Unie geen specifiek voor die zone bestemde of specifiek voor het door de lidstaat in kwestie geïdentificeerde probleem bedoelde instandhoudings- en beheersmaatregelen heeft vastgesteld.
(1) Ein Mitgliedstaat kann innerhalb der ersten 12 Seemeilen von seinen Basislinien nicht diskriminierende Maßnahmen zur Erhaltung und Bewirtschaftung der Fischbestände und zur Einschränkung der Folgen des Fischfangs für Erreichung der Ziele für andere lebende aquatische Ressourcen und die Erhaltung oder Verbesserung des Erhaltungszustandes der Meeresökosysteme verabschieden, sofern die Union keine spezifischen Maßnahmen für die Erhaltung und Bewirtschaftung speziell dieses Bereichs oder speziell für das von dem jeweiligen Mitgliedstaat ermittelte Problem erlassen hat.
