Aangezien de prejudiciële vraag verwijst naar het automatisch gevolg van de verschoonbaarheid van de gefailleerde voor de situatie van de echtgenoot van de gefailleerde, die persoonlijk aansprakelijk is voor de schuld van die laatste, en aangezien die kwestie wordt geregeld door de bepaling die de verwijzende rechter ter toetsing aan het hof voorlegt, kan het bezwaar van de Ministerraad niet worden aangenomen.
Da die präjudizielle Frage sich auf die automatische Auswirkung der Entschuldbarkeit des Konkursschuldners auf die Situation des Ehepartners des Konkursschuldners bezieht, der persönlich für dessen Schuld haftet, und da diese Frage durch die Bestimmung geregelt wird, die der vorlegende Richter dem Hof zur Prüfung unterbreitet, kann der Einwand des Ministerrates nicht angenommen werden.