29. is tevens verheugd over de aandacht voor misdaadpreventie, maar is van mening dat de activiteit van de EU beperkt dient te blijven tot de uitwisseling van informatie over de beste praktijken, met name ter vermindering van de kwetsbaarheid van legitieme bedrijven en beroepen; is van mening dat het subsidiariteitsbeginsel geen rechtstreekse betrokkenheid van de Gemeenschap bij de aanpak van de jeugd- en stadscriminaliteit toestaat;
29. begrüßt ferner die Berücksichtigung der Verbrechensverhütung, ist jedoch der Überzeugung, daß die Tätigkeit der EU auf den Informationsaustausch über optimale Methoden beschränkt bleiben sollte, insbesondere darüber, wie die Verletzlichkeit legaler Geschäfte und Berufe vermindert werden kann; ist der Überzeugung, daß der Grundsatz der Subsidiarität keine unmittelbare Gemeinschaftsbeteiligung an der Bekämpfung der Kriminalität unter Jugendlichen und in Städten erlaubt;
