Wanneer de wetgever een categorie van personen wil beschermen om hen « opnieuw in het economisch en sociaal stelsel [.] [op te nemen] door hen de mogelijkheid te geven een nieuwe start te nemen » (Parl. St., Kamer, 1996-1997, nrs. 1073/1-1074/1, p. 45) en hij daartoe toestaat dat een gerechtelijke aanzuiveringsregeling een kwijtschelding van schulden bevat, behoort het tot zijn beoordelingsbevoegdheid de categorieën van schuldeisers aan te wijzen aan wie die kwijtschelding van schulden niet kan worden opgelegd.
Wenn der Gesetzgeber eine Kategorie von Personen schützen möchte, um sie « wieder in das Wirtschafts und Sozialsystem [.] [einzugliedern], indem [er] ihnen die Möglichkeit eines Neubeginns gibt » (Parl. Dok., Kammer, 1996-1997, Nr. 1073/1-1074/1, S. 45) und dabei erlaubt, dass ein gerichtlicher Schuldenregelungsplan einen Schuldenerlass beinhaltet, gehört es zu seiner Ermessensbefugnis, die Kategorien von Gläubigern zu bestimmen, denen dieser Schuldenerlass nicht auferlegt werden kann.