De toepassing van deze verordening laat de rechten en plichten van de lidstaten met betrekking tot de volle zee, overeenkomstig artikel 12 van het Verdrag van Chicago, en met name bijlage 2 bij het Verdrag van Chicago, onverlet, alsook de plichten van de lidstaten en de Unie uit hoofde van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee en de plichten van de lidstaten uit hoofde van het uit 1972 daterende Verdrag inzake de internationale bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee.
Die Durchführung dieser Verordnung sollte unbeschadet der Verpflichtungen und Rechte der Mitgliedstaaten über der hohen See im Einklang mit Artikel 12 des Abkommens von Chicago und insbesondere Anhang 2 des Abkommens von Chicago sowie unbeschadet der Verpflichtungen der Mitgliedstaaten und der Europäischen Union nach dem Seerechtsübereinkommen der Vereinten Nationen und der Verpflichtungen der Mitgliedstaaten nach dem Übereinkommen über die Internationalen Regeln zur Verhütung von Zusammenstößen auf See von 1972 erfolgen.