V
oorts laat de verzoeker gelden : « Aangezien verzoeker nog gedurende jaren het gevaar loopt vervolgd te worden op grond van artikel 84 van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, gewijzigd door artikel 51 van de wet van 30 januari 1990; Dat dit blijkt uit een strafdossier berustend bij het Parket van de Procureur des Konings [.]; Dat verzoeker er een persoonlijk belang bij heeft dat er door het Parket over zijn eventuele vervolging op grond van artikel 84 van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, gewijzigd door artik
...[+++]el 51 van de wet van 30 januari 1990, zou kunnen worden geoordeeld in alle onafhankelijkheid en zonder gebonden te zijn door mogelijke discriminatoire richtlijnen van de Minister van Justitie ».Des weiteren bringt der Kläger vor, das er « noch jahrelang Gefahr läuft, aufgrund von Artikel 84 des Jugendschutzgesetzes vom 8. April 1965 in der durch Artikel 51 des Gesetzes vom 30. Januar 1990 abgeänderten Fassung verfolgt zu we
rden; das dies aus einer auf dem Amt des Prokurators des Königs [.] in Verwahrung befindlichen Strafakte hervorgeht; das der Kläger ein persönliches Interesse daran hat, dass die Staatsanwaltschaft über seine eventuelle Verfolgung aufgrund von Artikel 84 des Jugendschutzgesetzes vom 8. April 1965 in der durch Artikel 51 des Gesetzes vom 30. Januar 1990 abgeänderten Fassung in aller Unabhängigkeit urteilen k
...[+++]ann, ohne an möglicherweise diskriminierende Richtlinien des Justizministers gebunden zu sein ».