11. beklemtoont dat de laatste conclusies van de Europese Raad (19 en 20 december 2013) over het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid en migratiestromen gevolgen zullen hebben voor de EU-begroting; herhaalt zijn standpunt dat alle door de Europese Raad overeengekomen aanvullende projecten gefinancierd moeten worden met aanvullende middelen, en niet door te bezuinigen op bestaande programma's en instrumenten, noch door aanvullende taken toe te wijzen aan instellingen of andere EU-organen die al op de grens van hun capaciteiten functioneren;
11. betont, dass sich die aktuellsten Schlussfolgerungen des Europäischen Rates (19./20. Dezember 2013) zur Gemeinsamen Sicherheits- und Verteidigungspolitik und zu den Migrationsströmen erneut auf den Haushaltsplan der EU auswirken werden; bekräftigt seinen Standpunkt, dass jedes neue, vom Europäischen Rat vereinbarte Projekt mit zusätzlichen Mitteln gefördert werden muss und nicht mittels Kürzungen bei bestehenden Programmen und Instrumenten bzw. mittels der Übertragung zusätzlicher Aufgaben auf die Organe oder sonstigen EU-Gremien, deren Kapazitäten ihre Grenzen bereits erreicht haben;