Het aan het Hof ter beoordeling voorgelegde verschil in behandeling wordt gemaakt door het voormelde artikel 11, § 3, op het vlak van de indexering van de renten en verhogingen bedoeld in artikel 3, eerste lid, litterae a en d, tussen, enerzijds, de begunstigden van Belgische nationaliteit of onderdanen van een Staat waarmee een wederkerigheidsakkoord is afgesloten en, anderzijds, de onderdanen van de andere Staten; terwijl eerstgenoemden de indexering van de voormelde renten en verhogingen genieten, bedoeld in artikel 11, §§ 1 en 2, blijven laatstgenoemden daarvan verstoken.
Der dem Hof zur Beurteilung vorgelegte Behandlungsunterschied wird durch den o.a. Artikel 11 § 3 bezüglich der Indexierung der Renten und Erhöhungen im Sinne von Artikel 3 Absatz 1 Buchstaben a und d zwischen den Anspruchsberechtigten belgischer Nationalität oder den Staatsangehörigen eines Staates, mit dem ein Gegenseitigkeitsabkommen abgeschlossen wurde, einerseits und den Staatsangehörigen anderer Staaten andererseits vorgenommen; während Erstgenannten die Indexierung der genannten Renten und Erhöhungen im Sinne von Artikel 11 §§ 1 und 2 bewilligt wird, bleiben Letztgenannte davon ausgeschlossen.
