Vertaling van "lager opgeleiden " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

raakpunt van het lager | wrijvingspunt van het lager
groesste Lagerpunktbelastung

axiaal lager | axiaallager | axiale lager | collarblok | drukblok | druklager | kraagblok | stuwblok
Axialdrucklager | Axiallager | Drucklager | Festlager | Widerlager

gaslager | gaslagering | gasvormig kussenblok | gasvormig lager | gasvormige lagering
Gaslager

aggregatie voor het lager secundair onderwijs (élément)
Lehrbefähigung des Sekundarunterrichts (Unterstufe) (élément)

lagere school
Primarschule

lager secundair onderwijs
Unterstufe des Sekundarunterrichts

visum voor verblijf van lagere duur
Sichtvermerk für einen längerfristigen Aufenthalt

getuigschrift van lager secundair onderwijs
Zeugnis der Unterstufe des Sekundarunterrichts

lagere graad
Unterstufe

Getuigschrift van lager secundair onderwijs (élément)
Abschlusszeugnis der Unterstufe des Sekundarunterrichts (élément)

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Daaruit vloeit voort dat lager opgeleiden meer risico lopen werkloos te raken.
Umgekehrt also: Je niedriger das Bildungsniveau, desto größer das Risiko der Arbeitslosigkeit.

Het deelnamecijfer van laaggeschoolden ligt zeseneenhalf keer lager dan dat van hoger- en vier keer lager dan dat van middelbaar opgeleiden.
Die Beteiligungsquote für Geringqualifizierte ist 6,5mal niedriger als die für Hochqualifizierte und 4mal niedriger als die für Personen mit mittlerer Qualifikation.

De mobiliteit tussen sectoren van de lidstaten naar onderwijsniveau lijkt daarom lager te liggen voor laag- of middelbaar opgeleiden dan voor hoogopgeleide werknemers.
Somit ergibt sich, betrachtet man die Mobilität innerhalb der Beschäftigungsstrukturen der Mitgliedstaaten nach Bildungsniveau, ein geringerer Wert für die Beschäftigung mit niedrigen oder mittleren Qualifikationsanforderungen als für die Beschäftigung mit hohem Qualifikationsbedarf.

Zowel mannen als vrouwen met een hogeronderwijsgraad hadden een veel grotere kans op werk dan lager opgeleiden, maar de kloof in arbeidsparticipatie tussen mannelijke en vrouwelijke afgestudeerden van het hoger onderwijs in de leeftijdsgroep 25-64 jaar bedroeg gemiddeld in de EU-21 maar liefst 7 procentpunten (9 procentpunten voor de hele OESO).
Männliche und weibliche Hochschulabsolventen haben noch immer viel bessere Beschäftigungschancen als junge Menschen mit einem anderen Abschluss; das Gefälle bei den Beschäftigungsquoten der 25- bis 64-jährigen männlichen und weiblichen Hochschulabsolventen lag jedoch in den 21 EU-Mitgliedstaaten immer noch bei durchschnittlich 7 Prozentpunkten (OECD insgesamt: 9 Prozentpunkte).

Ook achtergestelde groepen zoals lager opgeleiden en ouderen maken meer gebruik van het internet (een stijging van 42 % tot 48 %).
Auch benachteiligte Gruppen wie Personen mit geringerer Bildung oder ältere Menschen nutzen das Internet nun häufiger, ihr Anteil stieg von 42 % auf 48 %.

Het door consumenten ondervonden nadeel wordt geschat op 0,4% van het bbp van de EU. Lager opgeleiden en ouderen aarzelen vaker om verhaal te halen, hoewel zij niet minder kans lopen problemen te ondervinden.
Der den Verbrauchern entstehende Schaden liegt bei schätzungsweise 0,4 % des BIP der EU.

overwegende dat in alle lidstaten gezondheidsongelijkheden aan te treffen zijn tussen hoger en lager opgeleiden, hogere en lagere arbeidsechelons en hogere en lagere inkomensgroepen,
unter Hinweis darauf, dass gesundheitliche Ungleichheit zwischen Menschen mit höherem und niedrigerem Bildungsstand, beruflicher Qualifikation und Einkommen in allen Mitgliedstaaten festgestellt worden ist,

overwegende dat het sterftecijfer meestal hoger is onder lager opgeleiden, de lagere arbeidsechelons en de lagere inkomensgroepen, en er zich ook substantiële ongelijkheden kunnen voordoen in de prevalentie van de meeste specifieke vormen van invaliditeit en van de meeste specifieke chronische niet-overdraagbare ziekten, orale ziekten en sommige psychische aandoeningen,
in der Erwägung, dass die Erkrankungsziffern im Allgemeinen bei Bevölkerungsgruppen mit niedrigem Bildungsstand, geringer beruflicher Qualifikation und geringem Einkommen höher sind und dass Ungleichheit auch bei der Prävalenz der meisten spezifischen Arten von Behinderungen und der meisten spezifischen chronischen, nichtübertragbaren Krankheiten, Erkrankungen des Mund- und Rachenraums und Arten der Geisteskrankheit festgestellt werden kann,