Vertaling van "lager zijn onder " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

onder gebruikelijk voorbehoud | onder gewoon voorbehoud | onder het gewone voorbehoud | onder voorbehoud
Eingang vorbehalten | unter den üblichen Vorbehalten | unter Vorbehalt

beton gieten onder water | beton storten onder water | onder water beton gieten | onder water beton storten
unter Wasser Beton gießen

akte van schenking onder de levenden | gift onder de levenden | schenking onder levenden
Schenkungsurkunde | Urkunde über eine Schenkung unter Lebenden

zending onder adresstrook | zending onder adreswikkel | zending onder band
Sendung unter Streifband

afvoerbak onder vensterbank installeren | afvoerbak onder vensterbank plaatsen
Tropfkante anbringen | Wassernase anbringen

lager secundair onderwijs
Unterstufe des Sekundarunterrichts

getuigschrift van lager secundair onderwijs
Zeugnis der Unterstufe des Sekundarunterrichts

lagere graad
Unterstufe

visum voor verblijf van lagere duur
Sichtvermerk für einen längerfristigen Aufenthalt

procedures in het lager onderwijs
Abläufe in der Volksschule | Abläufe auf der Primarstufe | Abläufe in der Grundschule

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

J. overwegende dat de arbeidsparticipatie in het algemeen lager is onder vrouwen dan onder mannen: overwegende dat in 2013 de arbeidsparticipatie onder mannen 69,4 % bedroeg in de EU-28, vergeleken met 58,8 % onder vrouwen ;
J. in der Erwägung, dass die Beschäftigungsquoten bei Frauen generell niedriger sind als bei Männern; in der Erwägung, dass im Jahr 2013 die Beschäftigungsquote in der EU-28 bei Männern bei 69,4 % und bei Frauen bei 58,8 % lag ;

Een besluit om in het kader van haar degelijke oordeelsvorming in het toezicht een MSI van een lagere subcategorie onder te brengen in een hogere subcategorie overeenkomstig artikel 131, lid 10, onder a), van Richtlijn 2013/36/EU, wordt gebaseerd op de beoordeling of het falen van de MSI grotere negatieve gevolgen heeft voor de mondiale financiële markt en de wereldeconomie.
Eine Entscheidung zur Neueinstufung eines G-SRI von einer niedrigeren Teilkategorie in eine höhere Teilkategorie nach vernünftigem aufsichtlichem Ermessen gemäß Artikel 131 Absatz 10 Buchstabe a der Richtlinie 2013/36/EU erfolgt auf der Grundlage einer Beurteilung, ob sein Ausfall stärkere negative Auswirkungen auf den globalen Finanzmarkt und auf die Weltwirtschaft hätte.

48. wijst met grote ernst op de extreme en wijdverbreide armoede in de Sahel, met name in Mali, Niger, Tsjaad en Burkina Faso, maar ook in Mauritanië; erkent het nadelige effect van armoede op de mogelijkheden om mensenrechten te verwezenlijken; merkt op dat vrouwen en meisjes disproportioneel het slachtoffer zijn van armoede en onderontwikkeling en uit diepe bezorgdheid over de hoge percentages moedersterfte en sterfte van kinderen jonger dan vijf jaar in de regio; benadrukt het omgekeerd evenredige verband tussen het opleidingsniveau van moeders en het percentage van zuigelingensterfte; wijst in dit verband op de noodzaak om meisjes aan te moedigen naar school te gaan; benadrukt de bevindingen van de VN dat de sterftecijfers lager zijn onder beter opgeleide moeders en doet in dit kader een krachtige oproep voor toegankelijk onderwijs voor iedereen; wijst erop dat de snelle bevolkingsgroei van veelal meer dan 3 % per jaar het vermogen van regeringen om zelfs de meest elementaire economische en sociale rechten te beschermen, extra onder druk zet; is van mening dat het derhalve noodzakelijk is de toegang tot gezondheidszorg en, voor wat betreft de seksuele en reproductieve rechten, tot gezinsplanningsdiensten te verbeteren;
48. weist mit gebührendem Ernst auf die extreme und allgegenwärtige Armut in der Sahelzone hin, insbesondere in Mali, Niger, Tschad und Burkina Faso, aber auch in Mauretanien; erkennt an, dass sich die Armut nachteilig auf die Möglichkeiten zur Durchsetzung der Menschenrechte auswirkt; stellt fest, dass sich Armut und Unterentwicklung unverhältnismäßig stark auf Frauen und Mädchen auswirken, und bringt seine tiefe Besorgnis über die hohe Sterblichkeit bei Müttern und bei Kindern unter fünf Jahren in der Region zum Ausdruck; weist auf den inversen Zusammenhang zwischen dem Bildungsniveau der Mütter und der Rate der Kindersterblichkeit hin; weist dementsprechend darauf hin, dass es wichtig ist, zu fördern, dass Mädchen Schulbildung erhalten; hält die Ergebnisse der Vereinten Nationen, wonach die Sterblichkeitsrate bei besser gebildeten Müttern niedriger ist, für einen unüberhörbaren Ruf nach Bildung für jedermann – und zwar weltweit; weist darauf hin, dass es wegen des raschen Bevölkerungswachstums, das jährlich oft über 3 % beträgt, für die einzelnen Regierungen immer schwieriger wird, zumindest die grundlegendsten wirtschaftlichen und sozialen Rechte zu wahren; hält es folglich für notwendig, den Zugang zu Gesundheitsdiensten und – was das Recht auf sexuelle Selbstbestimmung und reproduktive Gesundheit angeht – insbesondere zu Diensten der Familienplanung zu verbessern;

48. wijst met grote ernst op de ongekende en wijdverbreide armoede in de Sahel, met name in Mali, Niger, Tsjaad en Burkina Faso, maar ook in Mauritanië; erkent het nadelige effect van armoede op de mogelijkheden om mensenrechten te verwezenlijken; merkt op dat vrouwen en meisjes disproportioneel het slachtoffer zijn van armoede en onderontwikkeling en uit diepe bezorgdheid over de hoge percentages moedersterfte en sterfte van kinderen jonger dan vijf jaar in de regio; benadrukt de bevindingen van de VN dat de sterftecijfers lager zijn onder beter opgeleide moeders en doet in dit kader een krachtige oproep voor toegankelijk onderwijs voor iedereen; wijst erop dat de snelle bevolkingsgroei van veelal meer dan 3 % per jaar het vermogen van regeringen om zelfs de meest elementaire economische en sociale rechten te beschermen, extra onder druk zet; is van mening dat het derhalve noodzakelijk is de toegang tot gezondheidszorg en, voor wat betreft de seksuele en reproductieve rechten, tot gezinsplanningsdiensten te verbeteren;
48. weist mit gebührendem Ernst auf die extreme und allgegenwärtige Armut in der Sahelzone hin, insbesondere in Mali, Niger, Tschad und Burkina Faso, aber auch in Mauretanien; erkennt an, dass sich die Armut nachteilig auf die Möglichkeiten zur Durchsetzung der Menschenrechte auswirkt; stellt fest, dass Armut und Unterentwicklung unverhältnismäßig stark Frauen und Mädchen benachteiligen, und bringt seine tiefe Besorgnis über die hohe Sterblichkeit bei Müttern und bei Kindern unter fünf Jahren in der Region zum Ausdruck; hält die Ergebnisse der Vereinten Nationen, wonach die Sterblichkeitsrate bei besser gebildeten Müttern niedriger ist, für einen unüberhörbaren Ruf nach Bildung für jedermann – und zwar weltweit; weist darauf hin, dass es wegen des raschen Bevölkerungswachstums, das jährlich oft über 3 % beträgt, für die einzelnen Regierungen immer schwieriger wird, zumindest die grundlegendsten wirtschaftlichen und sozialen Rechte zu wahren; hält es folglich für notwendig, den Zugang zu Gesundheitsdiensten und – was das Recht auf sexuelle Selbstbestimmung und reproduktive Gesundheit angeht – insbesondere zu Diensten der Familienplanung zu verbessern;

J. overwegende dat de arbeidsparticipatie in het algemeen lager is onder vrouwen dan onder mannen: overwegende dat in 2013 de arbeidsparticipatie onder mannen 69,4 % bedroeg in de EU-28, vergeleken met 58,8 % onder vrouwen;
J. in der Erwägung, dass die Beschäftigungsquoten bei Frauen generell niedriger sind als bei Männern; in der Erwägung, dass im Jahr 2013 die Beschäftigungsquote in der EU-28 bei Männern bei 69,4 % und bei Frauen bei 58,8 % lag;

B. overwegende dat de arbeidsparticipatie in het algemeen lager is onder vrouwen dan onder mannen: in 2013 bedroeg de arbeidsparticipatie onder mannen 69,4 % in de EU-28, vergeleken met 58,8 % onder vrouwen;
C. in der Erwägung, dass Frauen generell ca. 16 % weniger Entgelt erhalten als Männer und das geschlechtsspezifische Lohngefälle häufig dazu führt, das Frauen im Vergleich zu Männern niedrigere Renten beziehen (im Durchschnitt fallen in der EU die Renten von Frauen um 39 % niedriger aus als die von Männern);

Betreft: Vrijstelling van het voorschrift van 5.4.0 van de ADR voor een vervoersdocument voor het vervoer van pesticiden van ADR-klasse 3 die onder 2.2.3.3 zijn aangeduid als FT2-pesticiden (vlampunt lager dan 23 °C) en ADR-klasse 6.1 die onder 2.2.61.3 zijn aangeduid als T6-pesticiden, vloeibaar (vlampunt niet lager dan 23 °C), wanneer de hoeveelheden vervoerde gevaarlijke goederen niet groter zijn dan de onder 1.1.3.6 van de ADR vermelde hoeveelheden.
Betrifft: Befreiung von der Verpflichtung zur Mitführung eines Beförderungspapiers gemäß 5.4.0 des ADR bei der Beförderung von Pestiziden der ADR-Klasse 3, aufgeführt unter 2.2.3.3 als FT2-Pestizide (Flammpunkt unter 23 °C), sowie der ADR-Klasse 6.1, aufgeführt unter 2.2.61.3 als T6-Pestizide, flüssig (Flammpunkt von 23 °C oder darüber), sofern die in 1.1.3.6 des ADR festgelegten Mengen nicht überschritten werden.

Betreft: Vrijstelling van het voorschrift van 5.4.0 van het ADR voor een vervoersdocument voor het vervoer van pesticiden van ADR-klasse 3 die onder 2.2.3.3 zijn aangeduid als FT2-pesticiden (vlampunt lager dan 23 °C) en ADR-klasse 6.1 die onder 2.2.61.3 zijn aangeduid als T6-pesticiden, vloeibaar (vlampunt niet lager dan 23 °C), wanneer de hoeveelheden vervoerde gevaarlijke goederen niet groter zijn dan de onder 1.1.3.6 van het ADR vermelde hoeveelheden.
Betrifft: Befreiung von der Verpflichtung zur Mitführung eines Beförderungspapiers gemäß Abschnitt 5.4.0 des ADR bei der Beförderung von Pestiziden der ADR-Klasse 3, aufgeführt unter 2.2.3.3 als FT2-Pestizide (Flammpunkt unter 23 oC), sowie der ADR-Klasse 6.1, aufgeführt unter 2.2.61.3 als T6-Pestizide, flüssig (Flammpunkt von 23 oC oder darüber), sofern die in Abschnitt 1.1.3.6 des ADR festgelegten Mengen nicht überschritten werden.

Gehandicapten hebben evenzeer kans om te werken bij bedrijven met opleidingsmogelijkheden, maar hun deelname aan opleiding is doorgaans lager - vooral onder personen met een ernstige handicap.
Es ist durchaus möglich, dass Personen mit Behinderungen in Unternehmen tätig sind, die eine Ausbildung anbieten, doch - und das trifft insbesondere auf die Schwerbehinderten zu - ist ihre Teilnahme an Ausbildungsmaßnahmen gering.

3. Iedere lidstaat neemt de maatregelen die noodzakelijk zijn om op de in artikel 2 genoemde strafbare feiten vrijheidsstraffen te stellen, waarbij het strafmaximum ten aanzien van het in artikel 2, lid 2, onder a), genoemde strafbare feit niet lager mag zijn dan 15 jaar, en het strafmaximum ten aanzien van het in artikel 2, lid 2, onder b), genoemde strafbare feit niet lager dan acht jaar.
(3) Jeder Mitgliedstaat trifft die erforderlichen Maßnahmen, damit die Straftaten nach Artikel 2 mit Freiheitsstrafen bedroht sind, deren Hoechstmaß für die Straftaten nach Artikel 2 Absatz 2 Buchstabe a) mindestens 15 Jahre und für die Straftaten nach Artikel 2 Absatz 2 Buchstabe b) mindestens acht Jahre betragen muss.