14. is van mening dat de Commissie niet het recht heeft om unilateraal en van tevoren te bepalen op welke markten zij haar activiteiten ten behoeve van de openbare handhaving van de antitrustwetgeving moet richten, en dat zij pas initiatieven mag lanceren wanneer zij daarvoor de nodige politieke steun heeft gekregen van de zijde van het Europees Parlement en de Raad.
14. ist der Auffassung, dass die Kommission nicht befugt ist, vorab einseitig festzustellen, auf welche Märkte sie ihr Vorgehen zur Gewährleistung der staatlichen Durchsetzung des Wettbewerbsrechts konzentrieren soll, und dass entsprechende Initiativen nur mit der politischen Unterstützung des Europäischen Parlaments und des Rates ergriffen werden sollten;