(b) hetzij gebieden zijn die met specifieke handicaps te kampen hebben, met name van menselijke aard, zoals een lage bevolkingsdichtheid, en waar de voortzetting van landbeheer noodzakelijk is voor milieubehoud of -verbetering, natuurbeheer en handhaving van de toeristische mogelijkheden van het betrokken gebied of voor kustbescherming.
(b) von spezifischen Nachteilen, insbesondere auch auf den Menschen bezogene wie dünn besiedelte Gebiete, betroffen sein, und in denen die Landwirtschaft zur Erhaltung oder Verbesserung der Umwelt, zur Erhaltung des ländlichen Lebensraums und zur Erhaltung des Fremdenverkehrspotenzials oder aus Gründen des Küstenschutzes fortgeführt werden sollte.