8. merkt op dat in de huidige tussen
tijdse overeenkomst geen specifieke ruimte of aandacht is voor het belang van de voedselsoevereiniteit en het recht op voedsel, en dat deze geen in
strumenten voor het landbouw- en handelsbeleid bevordert die voorzien in de mogelijkheid van marktregulering en bescherming van de duurzame landbouw in gezinsbedrijven; benadrukt dat deze onderwerpen in de onderhandelingen centraal moeten staan om te garanderen dat het handelsbeleid, alsmede al het andere beleid van de EU, aansluit op de beginselen van v
...[+++]oedselsoevereiniteit en recht op voedsel;
8. vertritt die Auffassung, dass das derzeitige Interimabkommen den Fragen der Ernährungssouveränität und dem Recht auf Nahrung keinen Platz und keine Aufmerksamkeit einräumt und nicht die agrar- und handelspolitischen Instrumente begünstigt, mit denen sich der Markt regeln und die nachhaltige, auf Familienbetriebe gestützte Landwirtschaft schützen lässt; betont, dass diese Themen in den Mittelpunkt der Verhandlungen gestellt werden müssen, um zu gewährleisten, dass die Handelspolitik und alle anderen Maßnahmen der EU mit den Grundsätzen der Ernährungssouveränität und des Rechts auf Nahrung im Einklang stehen;