"Landbouwers mogen de percelen die zij overeenkomstig artikel 44, lid 3, hebben aangegeven, gebruiken voor welke landbouwactiviteit ook, met uitzondering van blijvende teelten en de teelt van producten die worden genoemd in artikel 1, lid 2 van Verordening (EG) nr. 2200/96 gewijzigd door Verordening (EG) nr/2007 tot vaststelling van specifieke bepalingen met betrekking tot de sector groenten en fruit en tot wijziging van bepaalde verordeningen, evenals de teelt van andere dan voor zetmeelproductie bestemde aardappelen.
Die Betriebsinhaber dürfen die nach Artikel 44 Absatz 3 angemeldeten Parzellen für jede landwirtschaftliche Tätigkeit nutzen, außer für Dauerkulturen und die Erzeugung der in Artikel 1 Absatz 2 der Verordnung (EG) Nr. 2200/96 in der Fassung der Verordnung (EG) Nr. XXX/2007 genannten Erzeugnisse sowie für nicht zur Stärkegewinnung bestimmte Kartoffeln/Erdäpfel*.