5. is van oordeel dat rekening moet worden gehouden met de inkomenssituatie van de landbouwers in de EU; wijst erop dat door de gestegen kosten voor diervoeder, energie, meststoffen en andere inputs en door de toegenomen kosten die vereist zijn om aan de normen te voldoen, de landbouwers een aanzienlijke inkomenstoename nodig hebben om in staat te zijn voort te gaan met het voorzien in de voedselbehoefte; wijst erop dat het inkomen van de landbouwers slechts weinig is toegenomen en dat de landbouwers in bepaalde lidstaten zelfs met een daling van hun inkomsten geconfronteerd werden;
5. betont, dass die Einkommenssituation der Landwirte in der EU berücksichtigt werden muss; weist darauf hin, dass mit den steigenden Kosten für Futtermittel, Energie, Düngemittel und andere Einträge und mit den immer kostenintensiveren Auflagen auch die Einnahmen der Landwirte erheblich steigen müssen, wenn diese weiterhin in der Lage sein sollen, die Nachfrage nach Lebensmitteln zu befriedigen; weist darauf hin, dass die landwirtschaftlichen Einkommen nur geringfügig gestiegen sind und Landwirte in einigen Mitgliedstaaten sogar eine Verringerung ihres Einkommens erfahren haben;