De landbouwers zullen één bedrijfstoeslag ontvangen die is gebaseerd op een referentiebedrag dat de betalingen voor akkerbouwgewassen, rundvlees (inclusief POSEI en eilanden in de Egeïsche Zee), melk en zuivelproducten, schapen en geiten, zetmeelaardappelen, zaaddragende leguminosen, rijst, zaaizaad en gedroogde voedergewassen in een referentieperiode van 2000 tot en met 2002 omvat.
Die Landwirte werden die Einheitszahlung auf der Grundlage eines Referenzbetrags erhalten, der sich auf die im Referenzzeitraum 2000 bis 2002 bezogenen Zahlungen für Kulturpflanzen, Rinder (einschließlich POSEI-Versorgungsregelung und entsprechende Bestimmungen für die Ägäischen Inseln), Milch und Milcherzeugnisse, Schafe und Ziegen, Stärkekartoffeln, Körnerleguminosen, Reis, Saatgut und Trockenfutter stützt.