4. merkt op dat vrijwel de gehele marge van € 2,308 miljard onder het in het Interinstitutioneel Akkoord vastgelegde plafond de landbouwsector betreft (marge van € 2,26 miljard in B1-4);
wijst erop dat de landbouwuitgaven zijn berekend op basis van een stabiele wisselkoers tussen de euro en de dollar van 1 € = $ 0,88; wijst erop dat een stijging van deze koers een extra beroep op de begroting met zich meebrengt, dat uite
indelijk zou kunnen leiden tot een tekort; herinnert eraan dat de begroting sinds de invoering van de euro geen m
...[+++]onetaire reserve meer bevat en dat koersschommelingen in de toekomst moeten worden gefinancierd uit de marge;
4. stellt fest, dass fast die gesamte Marge von 2,308 Milliarden gegenüber der Obergrenze der IIV im Agrarsektor liegt (Marge 2,26 Milliarden in B1-4); die Agrarausgaben sind auf der Grundlage eines stabilen Kurses EUR-Dollar (Ausgangsbasis: 1 € = 0,88 $) berechnet; verweist darauf, dass ein Anstieg dieses Kurses einen zusätzlichen Haushaltsbedarf mit sich bringen würde, der zu einem gegebenen Zeitpunkt zu einem Fehlbetrag führen könnte; da die Währungsreserve nach der Einführung des Euro nicht mehr im Haushalt vorgesehen ist, müssen eventuelle Kursschwankungen in Zukunft aus der Marge finanziert werden;
