Om te waarborgen dat het recht dat verankerd is in artikel 20, lid 2, onder c), VWEU, alsmede het recht op eerbiediging van privéleven, familie- en gezinsleven als erkend in artikel 7 van het Handvest, doeltreffend kunnen worden uitgeoefend, rekening houdend met het nationale recht en de
nationale praktijk, dient een bijstandverlenen
de lidstaat mogelijkerwijs bescherming te ver
lenen aan uit derde landen afkomstige familieleden van burgers van de Unie, naargelang de omstand
...[+++]igheden van het concrete geval.