Traduction de «landen gaan regelmatig » (Néerlandais → Allemand) :

1. Begunstigde landen gaan regelmatig na of de uit de begroting van de Unie verstrekte financiering naar behoren is gebruikt, nemen passende maatregelen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude en ondernemen zo nodig gerechtelijke stappen om uit hoofde van deze verordening verstrekte middelen die zijn verduisterd, terug te vorderen.
(1) Die Empfängerländer überprüfen regelmäßig die ordnungsgemäße Verwendung der aus dem Unionshaushalt bereitgestellten Mittel, treffen geeignete Maßnahmen zur Verhinderung von Unregelmäßigkeiten und Betrug und leiten , falls erforderlich, gerichtliche Schritte ein , um aufgrund dieser Verordnung bereitgestellte Mittel, die zweckentfremdet wurden, wiedereinzuziehen.

1. Begunstigde landen gaan regelmatig na of de uit de begroting van de Unie verstrekte financiering naar behoren is gebruikt, nemen passende maatregelen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude en ondernemen zo nodig gerechtelijke stappen om uit hoofde van deze verordening verstrekte middelen die zijn verduisterd, terug te vorderen.
(1) Die Empfängerländer überprüfen regelmäßig die ordnungsgemäße Verwendung der aus dem Unionshaushalt bereitgestellten Mittel, treffen geeignete Maßnahmen zur Verhinderung von Unregelmäßigkeiten und Betrug und leiten , falls erforderlich, gerichtliche Schritte ein , um aufgrund dieser Verordnung bereitgestellte Mittel, die zweckentfremdet wurden, wiedereinzuziehen .

De Unie biedt de landen die onder het Europees nabuurschapsinstrument vallen een bevoorrechte relatie die stoelt op een wederzijdse naleving van gedeelde waarden en beginselen.De middelen die in het kader van deze verordening voor communicatieacties zijn toegewezen, kunnen ook bijdragen aan institutionele communicatie over de beleidsprioriteiten van de Unie, voor zover zij verband houden met de algemene doelstellingen van deze verordening.Het programma moet regelmatig en op onafhankelijke wijze samen met de Commissie en de lidstaten worden gecontroleerd en geëvalueerd, zodat de aanpassingen kunnen worden aangebracht die nodig zijn om de maatregelen naar behoren uit te voeren.De financiële belangen van de Unie dienen gedurende de gehele uitgavencyclus te worden beschermd door evenredige maatregelen, waaronder de voorkoming en opsporing van en het onderzoek naar onregelmatigheden, de terugvordering van verloren gegane, ten onrechte betaalde of slecht bestede middelen en, zo nodig, administratieve en financiële sancties overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (hierna het „Financieel Reglement”) (7) en gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie (8).De voorkeur dient uit te gaan naar subsidies voor projecten, ongeacht hun omvang, maar met een grote impact, met name wanneer die rechtstreeks verband houden met beleid van de Unie, zodat wordt bijgedragen aan de vormgeving van de beleidsagenda van de Unie.
Die Union bietet den Ländern, die vom Europäischen Nachbarschaftsinstrument erfasst werden, privilegierte Beziehungen an, die sich auf das beiderseitige Bekenntnis zu gemeinsamen Werten und Grundsätzen stützen.Die im Rahmen dieser Verordnung den Kommunikationsmaßnahmen zugewiesenen Ressourcen könnten darüber hinaus zur institutionellen Kommunikation der politischen Prioritäten der Union beitragen, soweit sie in Zusammenhang mit den allgemeinen Zielen dieser Verordnung stehen.Das Programm sollte in Zusammenarbeit mit der Kommission und den Mitgliedstaaten regelmäßig überwacht und unabhängig evaluiert werden, damit die für die ordnungsgemäße Umsetzung der Maßnahmen notwendigen Anpassungen vorgenommen werden können.Die finanziellen Interessen der Union sollten während des gesamten Ausgabenzyklus durch angemessene Maßnahmen geschützt werden, darunter die Prävention, Aufdeckung und Untersuchung von Unregelmäßigkeiten, die Wiedereinziehung entgangener, zu Unrecht gezahlter oder nicht ordnungsgemäß verwendeter Mittel und gegebenenfalls verwaltungsrechtliche und finanzielle Sanktionen gemäß der Verordnung (EU, Euratom) Nr. 966/2012 des Europäischen Parlaments und des Rates (7) (im Folgenden „Haushaltsordnung“) und der Delegierten Verordnung (EU) Nr. 1268/2012 der Kommission (8).Den Vorzug sollten Projekte erhalten, die ungeachtet ihres Umfangs große Auswirkungen haben, insbesondere solche, die in unmittelbarem Bezug zu den Strategien der Union für die Teilnahme an der Gestaltung der politischen Agenda der Union stehen.

7. herinnert eraan dat de internationale overeenkomst dient te waarborgen dat er in de ontwikkelde landen collectieve beperkingen van de emissies van broeikasgassen worden bereikt die in 2020 vergeleken bij 1990 bij de hogere waarden van het traject van 25-40% liggen, zoals is aanbevolen in het vierde verslag van het Internationale panel inzake klimaatverandering (IPCC 4AR), en dat recent wetenschappelijk onderzoek erop lijkt te wijzen dat er behoefte is aan een emissiebeperking van ten minste 40%; dringt erop aan dat deze beperking in het binnenland wordt behaald; herinnert eraan dat er voor de EU en de overige ontwikkelde landen een langetermijndoelstelling van tenminste 80% in 2050 ten opzichte van 1990 moet worden vastgesteld; herinnert eraan dat de uitstoot van broeikasgassen in de wereld uiterlijk in 2015 moet gaan dalen; benadrukt de noodzaak dat de reductiedoelen waarover in de internationale overeenkomst overeenstemming is bereikt aansluiten bij de 2°C-doelstelling en stroken met de meest recente wetenschappelijke inzichten; dringt daarom aan op een regelmatige herziening van de overeenkomst om ervoor te zorgen dat de reductiedoelstellingen ambitieus genoeg zijn om de 2°C-doelstelling te halen en dat deze doelstellingen aansluiten bij de meest recente wetenschappelijk inzichten; dringt aan op invoering van een wereldwijd koolstofregistratiemechanisme;
7. stellt erneut fest, dass mit dem internationalen Übereinkommen dafür gesorgt werden sollte, dass in den Industriestaaten eine kollektive Verringerung der Treibhausgasemissionen zu erreichen ist, die am oberen Ende der im Vierten Sachstandsbericht (AR4) des Zwischenstaatlichen Ausschusses für Klimaänderungen (IPCC) empfohlenen Spannweite von 25 bis 40 % bis 2020 gegenüber dem Stand von 1990 liegt, und macht darauf aufmerksam, dass nach aktuellen wissenschaftlichen Daten eine Verringerung der Emissionen um mindestens 40 %, erforderlich ist; fordert, diese Verringerungen im Inland zu erzielen; weist darauf hin, dass der Europäischen Union und den anderen Industriestaaten langfristig ein Reduktionsziel von mindestens 80 % bis 2050 gegenüber dem Stand von 1990 vorgegeben werden sollte; macht darauf aufmerksam, dass die weltweiten Treibhausgasemissionen spätestens 2015 zu sinken beginnen sollten; betont, dass die in dem internationalen Übereinkommen vereinbarten Reduktionsziele mit dem 2 °C-Ziel und mit den neuesten wissenschaftlichen Erkenntnissen in Einklang stehen müssen; fordert deshalb dazu auf, in dem Übereinkommen regelmäßige Überprüfungen im Abstand von fünf Jahren festzuschreiben, damit die Reduktionsziele im Hinblick auf die Erreichung des 2 °C-Ziels hinreichend ambitioniert formuliert werden und auch weiterhin mit den neuesten wissenschaftlichen Erkenntnissen in Einklang stehen; fordert dazu auf, ein weltweites System zur Erfassung von CO2-Emissionen einzurichten;

6. herinnert eraan dat de internationale overeenkomst dient te waarborgen dat er in de ontwikkelde landen collectieve beperkingen van de emissies van broeikasgassen worden bereikt die in 2020 vergeleken bij 1990 bij de hogere waarden van het traject van 25-40% liggen, zoals is aanbevolen in het vierde verslag van het Internationale panel inzake klimaatverandering (IPCC 4AR), en dat recent wetenschappelijk onderzoek erop lijkt te wijzen dat er behoefte is aan een emissiebeperking van ten minste 40 %; dringt erop aan dat deze beperking in het binnenland wordt behaald; herinnert eraan dat er voor de EU en de overige ontwikkelde landen een langetermijndoelstelling van tenminste 80% in 2050 ten opzichte van 1990 moet worden vastgesteld; herinnert eraan dat de uitstoot van broeikasgassen in de wereld uiterlijk in 2015 moet gaan dalen; benadrukt de noodzaak dat de reductiedoelen waarover in de internationale overeenkomst overeenstemming is bereikt aansluiten bij de 2°C-doelstelling en stroken met de meest recente wetenschappelijke inzichten; dringt daarom aan op een regelmatige herziening van de overeenkomst om ervoor te zorgen dat de reductiedoelstellingen ambitieus genoeg zijn om de 2°C- doelstelling te halen en dat deze doelstellingen aansluiten bij de meest recente wetenschappelijk inzichten; dringt aan op invoering van een wereldwijd koolstofregistratiemechanisme;
6. stellt erneut fest, dass mit dem internationalen Übereinkommen dafür gesorgt werden sollte, dass in den Industriestaaten eine kollektive Verringerung der Treibhausgasemissionen zu erreichen ist, die am oberen Ende der im Vierten Sachstandsbericht (AR4) des Zwischenstaatlichen Ausschusses für Klimaänderungen (IPCC) empfohlenen Spannweite von 25 bis 40 % bis 2020 gegenüber dem Stand von 1990 liegt, und macht darauf aufmerksam, dass nach aktuellen wissenschaftlichen Daten eine Verringerung der Emissionen um mindestens 40 %, und zwar im Inland, erforderlich ist; weist darauf hin, dass der EU und den anderen Industriestaaten langfristig ein Reduktionsziel von mindestens 80 % bis 2050 gegenüber dem Stand von 1990 vorgegeben werden sollte; macht darauf aufmerksam, dass die weltweiten Treibhausgasemissionen spätestens 2015 zu sinken beginnen sollten; betont, dass die in dem internationalen Übereinkommen vereinbarten Reduktionsziele mit dem 2‑°C-Ziel und mit den neuesten wissenschaftlichen Erkenntnissen in Einklang stehen müssen; fordert deshalb dazu auf, in dem Übereinkommen regelmäßige Überprüfungen im Abstand von fünf Jahren festzuschreiben, damit die Reduktionsziele im Hinblick auf die Erreichung des 2‑°C-Ziels hinreichend ambitioniert formuliert werden und auch weiterhin mit den neuesten wissenschaftlichen Erkenntnissen in Einklang stehen; fordert dazu auf, ein weltweites System zur Erfassung von CO2-Emissionen einzurichten;

2. Teneinde de doeltreffendheid van de inspecties te vergroten, gaan de lidstaten op basis van een risicobeoordeling regelmatig na in welke bedrijfstakken de tewerkstelling van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen op hun grondgebied het meest voorkomt.
(2) Zur Steigerung der Effektivität der Inspektionen ermitteln die Mitgliedstaaten auf der Grundlage einer Risikobewertung regelmäßig die Beschäftigungsbereiche, in denen in ihrem Hoheitsgebiet besonders viele Drittstaatsangehörige ohne rechtmäßigen Aufenthalt beschäftigt werden.

3. blijft het belang benadrukken van een door alle EU-lidstaten uitgevoerd consistent beleid in hun bilaterale relaties met derde landen waar de mensenrechten regelmatig worden geschonden of waar het risico bestaat dat dit gebeurt, en roept de lidstaten op om in hun bilaterale contacten met deze landen om te gaan op een manier die strookt met het EU-beleid, met name wat betreft actieve inspanningen om de naleving van de mensenrechten te waarborgen;
3. hebt weiterhin die Notwendigkeit einer gemeinsamen Politik hervor, die von allen Mitgliedstaaten in ihren bilateralen Beziehungen zu Drittstaaten, in denen es häufig zu Menschenrechtsverletzungen kommt oder eine ernsthafte Gefahr besteht, dass diese verletzt werden, umgesetzt wird, und fordert die Mitgliedstaaten der Europäischen Union auf, ihre bilateralen Kontakte mit diesen Ländern an der Politik der Europäischen Union und insbesondere den Standards für die aktive Durchsetzung der Menschenrechte auszurichten;

24. verzoekt de Commissie, de lidstaten en de ontvangende landen dringend om het grote publiek dienaangaande regelmatig te informeren om de effecten van begrotingssteun zichtbaar te maken voor de Europese belastingbetaler en om de mensen gevoelig te maken voor de noodzaak van ontwikkelingssamenwerking in het algemeen en de effecten van begrotingssteun in het bijzonder, en voorts om beweringen over misbruik van gelden tegen te gaan en om informatie te verstrekken over de basisvoorwaarden voor het verstrekken van begrotingssteun én over de gevallen waarin begrotingssteun ineffectief is gebleken; spoort de Commissie aan om de zichtbaarheid van de EU op het vlak van ontwikkelingshulp te verbeteren en de vooruitgang van de begunstigde derde landen bij het zelfstandig beheer van begrotingssteun aan te tonen;
24. fordert die Kommission, die Mitgliedstaaten und die Empfängerländer auf, der breiten Öffentlichkeit in diesem Bereich regelmäßige Informationen zu übermitteln, um für den europäischen Steuerzahler die Auswirkungen von Haushaltszuschüssen sichtbar zu machen und um die Menschen für die Notwendigkeit von Entwicklungszusammenarbeit im Allgemeinen und die Auswirkungen von Haushaltszuschüssen im Besonderen zu sensibilisieren, pauschalen Behauptungen über die angebliche Zweckentfremdung dieser Gelder entgegenzutreten und über die elementaren Voraussetzungen für die Vergabe der Haushaltszuschüsse sowie auch über die Fälle zu informieren, in denen sich dieses Instrument als unwirksam erwiesen hat; fordert die Kommission auf, die Sichtbarkeit der Europäischen Union in der Entwicklungshilfe zu verbessern und Fortschritte der begünstigten Drittstaaten in der eigenverantwortlichen Verwaltung dieser Budgethilfen zu dokumentieren und nachzuweisen;

Om nauwe en regelmatige samenwerking beter te organiseren tussen de bevoegde autoriteiten van EU-landen om fraude tegen te gaan, in overeenstemming met artikel 325 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, kan de Commissie het Cocolaf raadplegen over alle aangelegenheden met betrekking tot:
Im Hinblick auf eine effizientere Organisation der regelmäßigen Zusammenarbeit zwischen den zuständigen Behörden der EU-Länder bei der Betrugsbekämpfung kann Cocolaf gemäß Artikel 325 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union von der Kommission zu allen Fragen angehört werden, die folgende Tätigkeiten betreffen: