Deze hooggekwalificeerde onderdanen van derde landen die gezinsleden zijn van een EU-burger hebben immers dezelfde behoefte aan kort- of langdurige beroepsmobiliteit binnen de EU als andere hooggekwalificeerde onderdanen van derde landen. Bovendien mag hun de mogelijkheid om een Europese blauwe kaart aan te vragen, die ze sowieso in hun land van herkomst zouden hebben gehad, niet worden ontzegd, louter omdat ze legaal in de EU verblijven als gezinslid van een EU-onderdaan.
Diese beruflich qualifizierten Drittstaatsangehörigen, die Familienangehörige von EU-Bürgern sind, haben die gleichen kurz- und langfristigen beruflichen Mobilitätsbedürfnisse innerhalb der EU wie andere beruflich qualifizierte Drittstaatsangehörige.