In tegenstelling tot de vorige overeenkomst, die betrekking had op 629 vaartuigen tijdens het eerste jaar, met een geleidelijke vermindering voor de daaropvolgende jaren, voorziet de nieuwe overeenkomst aanvankelijk in 119 vaartuigen, in hoofdzaak voor kleinschalige visserij, met een jaarlijks quotum van 60.000 ton voor de industriële pelagische visserij. Dat quotum zal in hoofdzaak ten goede komen aan de landen van Noord-Europa, waarvan de grote trawlers tot meer dan 3000 GT worden toegestaan.
Im Vergleich zu den 629 Schiffen, die in dem früheren Abkommen für das erste Jahr mit einer schrittweisen Reduzierung betroffen waren, sind in dem jetzigen Abkommen zunächst 119 zumeist nichtindustrielle Schiffe sowie eine Jahresquote von 60.000 Tonnen für die hauptsächlich industrielle pelagische Fischerei für die Länder Nordeuropas vorgesehen, wobei große Trawler dieser Länder, einschließlich von Schiffen mit mehr als 3000 BRT zugelassen sind.