Bovendien, in geval van verzet tegen het dwangschrift, kan de schuldenaar, op vervolging van de administratie belast met de vestiging of de inning en de invordering van de taksen bedoeld in het Wetboek en vóór
het vonnis dat het geschil beslecht, veroordeeld worden, volgens de rechtspleging ingesteld door artikelen 1035 tot 1041 van het Gerechtelijk Wetboek, t
ot het verstrekken, binnen de termijn door de rechter vast te stellen, hetzij van een provisionele storting, hetzij van een borgtocht, voor het geheel of een deel van de door het
...[+++] dwangschrift gevorderde sommen.