De uitgaansvergunning bedoeld in artikel 4, § 3, van de voormelde wet van 17 mei 2006 maakt het de veroordeelde mogelijk om, tijdens de twee jaren die voorafgaan aan de datum waarop de veroordeelde tot voorwaardelijke invrijheidstelling kan worden toegelaten, de gevangenis te verlaten voor een duur die niet langer mag zijn dan zestien uur teneinde zijn sociale re-integratie voor te bereiden.
Die Ausgangserlaubnis im Sinne von Artikel 4 § 3 des vorerwähnten Gesetzes vom 17. Mai 2006 ermöglicht es einem Verurteilten, während der zwei Jahre vor dem Datum, an dem der Verurteilte bedingt freigelassen werden kann, das Gefängnis zu verlassen für eine Dauer, die nicht länger als sechzehn Stunden sein darf, um seine soziale Wiedereingliederung vorzubereiten.