2. De lidstaten kunnen de frequentie van de keuringen laten variëren al naargelang het type en het nominaal vermogen van het airconditioningsysteem, daarbij rekening houdend met de kosten voor de keuring van het airconditioningsysteem en de geraamde besparingen van energiekosten die uit de keuring kunnen voortvloeien.
(2) Je nach Bauart und Nennleistung der Klimaanlagen können die Mitgliedstaaten unterschiedliche Inspektionsintervalle festlegen; sie berücksichtigen dabei die Kosten für die Inspektion der Klimaanlage und die voraussichtlichen Einsparungen bei den Energiekosten, die sich aus der Inspektion ergeben können.