6.5.2. Voeg 10 ml ethanol (4.2) toe en meng grondig, maar voorzichtig, door de inhoud van de extractiebuis tussen het onderste en middelste deel van de extractiebuis heen en weer te laten vloeien; zorg ervoor dat de vloeistof niet te dicht bij de hals van de extractiebuis komt.
6.5.2. Die Probe mit 10 ml Ethanol (4.2) versetzt und durch vorsichtiges Schütteln gründlich vermischt, wobei der Gefässinhalt zwischen den beiden Blasen hin und her fließen muß; dabei darf die Flüssigkeit den Flaschenhals nicht benetzen.