Dat onderscheid, d
at door de wetgever werd verantwoord door het feit dat « de person
eelsleden die op de leeftijd van 58 jaar op pensioen kunn
en gaan, in grotere mate geconfronteerd worden met hogere beroepsrisico's en sociale ongemakken en aan bijzondere fysieke vereisten moeten voldoen » (Parl. St., Kamer, 2000-2001, DOC 50-1112/1, p. 9), werd door het Hof bij zijn arrest nr. 177/2002 van 5 decemb
er 2002 be ...[+++]staanbaar geacht met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie.
Dieser Unterschied, der durch den Gesetzgeber damit begründet wurde, dass « die Personalmitglieder, die im Alter von 58 Jahren pensioniert werden können, in stärkerem Maße größeren Berufsrisiken und sozialen Nachteilen ausgesetzt sind und besondere körperliche Anforderungen erfüllen müssen » (Parl. Dok., Kammer, 2000-2001, DOC 50-1112/001, S. 9), wurde durch den Gerichtshof in seinem Entscheid Nr. 177/2002 vom 5. Dezember 2002 für vereinbar mit dem Grundsatz der Gleichheit und Nichtdiskriminierung befunden.