Volgens de verzoekers is de bekritiseerde maatregel - die het mogelijk maakt de in de parlementaire voorbereiding nauwelijks uiteengezette doelstelling te bereiken die erin bestaat het beroep open te stellen (terwijl andere bepalingen zulks reeds op algemene wijze garanderen), desnoods door aan de hand van gedwongen inrustestelling vooruit te lopen op de vrijmaking van plaatsen die reeds zijn toegewezen - niet verantwoord vermits de verwijzing naar een vergelijking naar de landen die een notariaat van het Latijnse type kennen niet berust op betrouwbare gegevens en de verwijzing naar een vergelijking met de magistratuur niet gegrond is aangezien de situaties dermate verschillend zijn : ee
n magistraat die de ...[+++]leeftijdsgrens bereikt, kan, in tegenstelling tot een notaris, aanvullende activiteiten vinden in functies die soortgelijk zijn met de zijne, geniet een pensioen en hoeft zich niet te bekommeren om afschrijvingen, investeringsplannen en overdracht van zijn « bedrijf ».Nach Meinung der Kläger sei die angefochtene Bestimmung - die es ermögliche, die Zielsetzung zu erreichen, die in den Vorarbeiten kaum erläutert worden sei und die darin bestehe, den Beruf zu öffnen (während ander
e Bestimmungen dies bereits auf allgemeine Weise gewährleisteten), notwendigenfalls indem man dem Freiwerden von bereits zugeteilten Stellen durch eine gezwungene Versetzung in den Ruhestand zuvorkomme - nicht gerechtfertigt worden, da der Verweis auf einen Vergleich mit Ländern, in denen es ein Notariat lateinischen Typs gebe, nicht auf zuverlässigen Angaben beruhe, und der Vergleich mit der Magistratur einer Grundlage entbehre
...[+++], da die Situationen sehr unterschiedlich seien; ein Magistrat, der die Altersgrenze erreicht habe, könne im Gegensatz zum Notar Zusatztätigkeiten ausüben, die seinen Funktionen ähnlich seien, er erhalte eine Pension und brauche sich nicht um Abschreibungen, Investitionspläne und die Übertragung seines « Unternehmens » zu kümmern.