Uit de uiteenzetting van het vierde middel blijkt dat het Hof daarin wordt verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid van dezelfde bepalingen van het decreet van 23 oktober 2009, met de artikelen 10, 11, 22, 22bis, 23 en 24 van de Grondwet, in zoverre die decretale bepali
ngen afbreuk zouden doen aan een aantal recht
en die zijn toegekend aan de Franstalige scholen in de « randgemeenten » en in de « taalgrensgemeenten » van het Nederlandse taalgeb
ied, alsook aan hun leerkrachten ...[+++] en leerlingen, en aan de ouders van die laatsten.Aus der Darlegung des vierten Klagegrunds geht hervor, dass der Hof darin gebeten wird, über die Vereinbarkeit derselben Bestimmungen des Dekrets vom 23. Oktober 2009 mit den Artikeln 10, 11, 22, 22bis, 23 und 24 der Verfassung zu urteilen, insofern diese
Dekretsbestimmungen eine Reihe von Rechten verletzten, die den französischsprachigen Schulen in den « Randgemeinden » und in den « Sprachgrenzgemeinden » des niederländischen Sprachgebiet
s, ebenso wie ihren Lehrkräften und Schülern sowie den Eltern der Letztgenannten zuerkannt worden
...[+++] seien.