De artikelen 31, lid 2, en 53, lid 3, eerste alinea, van het Reglement voor de procesvoering betreffen het legitimatiedocument dat de advocaat van de verzoekende partij en de raadsman of de advocaat die in voorkomend geval de gemachtigde van de verwerende partij bijstaat, ter griffie dienen neer te leggen.
Art. 31 Abs. 2 und Art. 53 Abs. 3 Unterabs.