1. Een lidstaat waarvoor een procedure bij buitensporige onevenwichtigheden is ingeleid, legt op basis van de aanbeveling en binnen een termijn die in de aanbevelingen overeenkomstig artikel 7 wordt bepaald, maar uiterlijk binnen twee maanden na de aanneming van de aanbeveling een plan met corrigerende maatregelen voor aan de Raad en de Commissie.
1. Jeder Mitgliedstaat, gegen den ein Verfahren bei einem übermäßigen Ungleichgewicht eingeleitet wird, legt dem Rat und der Kommission innerhalb einer in den Empfehlungen nach Artikel 7 festzulegenden Frist, spätestens jedoch innerhalb von zwei Monaten nach der Annahme der Empfehlung, einen Korrekturmaßnahmenplan vor.