Deze drastische afname van de vangsten als gevolg van de beperking van de bestanden leidde paradoxaal genoeg tot een intensivering van de visserijinspanning, aangezien de vloot zich genoopt zag nog meer te vissen om het rendement op peil te houden en aldus het hoofd te bieden aan de kostbare investeringen in een ten aanzien van de bestaande voorraden overgedimensioneerde vloot.
Diese drastische Verringerung der Fänge infolge des Rückgangs der Bestände führte paradoxerweise zu einem gesteigerten Fischereiaufwand, da sich die Flotte gezwungen sah, mehr zu fischen, um ähnliche Erträge zu erzielen und so die teuren Investitionen amortisieren zu können, die in eine Flotte getätigt worden waren, die verglichen mit den vorhandenen Beständen bei weitem überdimensioniert ist.
