De verzoekende partijen in de zaak nr. 4955 leiden een vierde middel af uit de schending, door de artikelen 18/2, § 2, 7°, 18/9 en 18/17 van de wet van 30 november 1998, ingevoegd bij artikel 14 van de wet van 4 februari 2010, van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het recht op een eerlijk proces, gewaarborgd bij artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, en met het recht op een daadwerkelijk beroep, gewaarborgd bij artikel 13 van hetzelfde Verdrag.
Die klagenden Parteien in der Rechtssache Nr. 4955 leiten einen vierten Klagegrund ab aus einem Verstoss der Artikel 18/2 § 2 Nr. 7, 18/9 und 18/17 des Gesetzes vom 30. November 1998, eingefügt durch Artikel 14 des Gesetzes vom 4. Februar 2010, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit dem durch Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention gewährleisteten Recht auf ein faires Verfahren und mit dem durch Artikel 13 derselben Konvention garantierten Recht auf eine wirksame Beschwerde.