Uit hetgeen voorafgaat, vloeit voort dat uit het beperkte onderzoek van de ontvankelijkheid van het beroep tot vernietiging waartoe het Hof in het kader van de vordering tot schorsing heeft kunnen overgaan, in het huidige stadium van de rechtspleging blijkt dat die vordering ontvankelijk is wat de artikelen 1 tot 10 en 15 van het decreet van 16 juni 2006 betreft, in zoverre zij van toepassing zijn op de cursussen die tot de in artikel 3, 2°, en in artikel 7, 1°, 2°, 4° en 5°, van dat decreet opgesomde academische graden leiden.
Aus den vorstehenden Darlegungen ergibt sich, dass die begrenzte Prüfung der Zulässigkeit der Nichtigkeitsklage, die der Hof im Rahmen der Klage auf einstweilige Aufhebung vornehmen konnte, beim derzeitigen Stand des Verfahrens zeigt, dass die Klage auf einstweilige Aufhebung zulässig ist, insofern sie sich auf die Artikel 1 bis 10 und 15 des Dekrets vom 16. Juni 2006 bezieht, indem sie auf die Kurse anwendbar sind, die zu den in Artikel 3 Nr. 2 und in Artikel 7 Nrn. 1, 2, 4 und 5 dieses Dekrets aufgezählten akademischen Graden führen.