Vertaling van "leren geïnvesteerd moeten " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

docenten en trainers leren hoe ze e-learning gebruiken | docenten en trainers leren hoe ze moeten omgaan met e-leermethoden | docenten en trainers onderwijzen in e-leermethoden | onderwijzend personeel leren hoe ze e-leeromgevingen moeten inzetten
E-Trainer schulen | Lehrer und Ausbilder in E-Learning-Methoden ausbilden | Lehrer und Ausbilder in E-Learning-Methoden schulen | Train the E-Trainer

baliemedewerkers opleiden | mensen leren hoe ze gasten correct moeten ontvangen registreren en van informatie moeten voorzien | receptiemedewerkers opleiden | receptiemedewerkers trainen
Empfangspersonal schulen | Rezeptionsmitarbeiterinnen und Rezeptionsmitarbeiter schulen | Empfangsmitarbeiterinnen und Empfangsmitarbeiter ausbilden | Empfangspersonal ausbilden

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Met het oog op de fundamentele veranderingen die levenslang leren met zich meebrengt zal er, vooral tegen de achtergrond van het in de conclusies van Lissabon en in de Europese Werkgelegenheidsstrategie geformuleerde verzoek aan de lidstaten om voor een stijging van de investeringen in onderwijs en scholing te zorgen, tijd en geld in leren geïnvesteerd moeten worden.
Aufgrund der Schlussfolgerungen von Lissabon und der europäischen Beschäftigungs strategie sind die Mitgliedstaaten aufgefordert, mehr in Bildung und Berufsbil dung zu investieren. In Lernen muss also Zeit und Geld investiert werden - nur so ist der grund legende Wandel möglich, den lebenslanges Lernen impliziert.

14. wijst erop dat gezien de aangekondigde snelle veranderingen op de arbeidsmarkt nu meer dan ooit geïnvesteerd moet worden in onderwijs en opleiding; wijst er in het bijzonder op dat op vaardigheden gerichte beleidsmaatregelen niet alleen beschouwd moeten worden als een manier om tegemoet te komen aan de vraag op de arbeidsmarkt, maar ook deel moeten uitmaken van een omvattende benadering van onderwijs die middels niet-formeel onderwijs opgedane vaardigheden erkent en de tenuitvoerlegging van beleid op het gebied van levenslang leren ondersteunt; dringt erop aan op Europees niveau en voor iedere burger bindende gemeenschappelijke kwaliteitsnormen voor onderwijs, opleiding en levenslang leren vast te stellen;
14. betont, dass Investitionen in Bildung und Ausbildung angesichts des voraussichtlichen schnellen Wandels des Arbeitsmarktes heute dringender denn je benötigt werden; betont, dass ausbildungspolitische Maßnahmen nicht nur als Mittel gesehen werden sollten, den Bedarf des Arbeitsmarkts zu decken, sondern dass damit auch Kompetenzen anerkannt werden sollten, die im Wege inoffizieller Ausbildung erworben wurden, die Umsetzung von Maßnahmen zum lebenslangen Lernen unterstützt werden sollte und sie letztendlich Teil eines holistischen Ansatzes zu Bildung sein sollten; fordert die Annahme verbindlicher gemeinsamer Qualitätsstandards auf europäischer Ebene und für alle Bürger in Bezug auf Bildung, Ausbildung und lebenslanges Lernen;

25. wijst erop dat gezien de aangekondigde snelle veranderingen op de arbeidsmarkt nu meer dan ooit geïnvesteerd moet worden in onderwijs en opleiding; wijst er in het bijzonder op dat op vaardigheden gerichte beleidsmaatregelen niet alleen beschouwd moeten worden als een manier om tegemoet te komen aan de vraag op de arbeidsmarkt, maar ook deel moeten uitmaken van een omvattende benadering van onderwijs die middels niet-formeel onderwijs opgedane vaardigheden erkent en de tenuitvoerlegging van beleid op het gebied van levenslang leren ondersteunt;
25. betont, dass umfangreiche Investitionen in Bildung und Ausbildung angesichts des voraussichtlichen raschen Wandels des Arbeitsmarktes heute dringender denn je benötigt werden; betont, dass ausbildungspolitische Maßnahmen nicht nur als Mittel gesehen werden sollten, den Bedarf des Arbeitsmarkts zu decken, sondern dass damit auch Kompetenzen anerkannt werden sollten, die im Wege einer informellen Ausbildung erworben wurden, die Umsetzung von Maßnahmen zum lebenslangen Lernen unterstützt werden sollte und sie letztendlich Teil eines ganzheitlichen Bildungsansatzes sein sollten;

3. benadrukt dat geïnvesteerd moet worden in effectieve systemen van studie- en beroepskeuzevoorlichting om te bevorderen dat jonge vrouwen kiezen voor een hogere, al dan niet wetenschappelijke technische opleiding; stelt vast dat bijzondere aandacht moet worden besteed aan het opnemen van ICT-competenties, digitale geletterdheid en communicatievaardigheden in de beleidsmaatregelen inzake het beroepsonderwijs en een leven lang leren van de EU-lidstaten, dat vrouwen moeten worden gestimuleerd om hiervan te profiteren en dat de opleidingsmogelijkheden voor vrouwen moeten worden uitgebreid zodat zij zich gedurende hun loopbaan aan de veranderingen op de arbeidsmarkt kunnen aanpassen en aldus hun aanwezigheid in sectoren die voor de toekomstige ontwikkeling van strategisch belang zijn, kunnen vergroten; acht het noodzakelijk genderstereotypen in het onderwijs te bestrijden;
3. unterstreicht, dass Investitionen in wirkungsvolle Lern- und Berufsberatungssysteme erforderlich sind, um junge Frauen verstärkt dazu anzuregen, sich für eine höhere wissenschaftliche oder technische Ausbildung mit Hochschul- oder Berufsabschluss zu entscheiden; stellt fest, dass besonderes Augenmerk auf die Einbeziehung von IKT-Kompetenzen, digitalen Kompetenzen und Kommunikationsfähigkeiten in die Politik der EU-Mitgliedstaaten in den Bereichen Berufsbildung und lebenslanges Lernen zu richten ist und darauf, dass Frauen ermuntert werden müssen, sich diese Kompetenzen anzueignen, und dass die Schulungsmöglichkeiten für Frauen erweitert werden, um sie in die Lage zu versetzen, sich während ihres Berufslebens Veränderungen auf den Arbeitsmärkten anzupassen, damit sie stärker in den strategischen Bereichen der zukünftigen Entwicklung vertreten sind; erachtet es als erforderlich, Rollenklischees in der Bildung zu bekämpfen;

104. benadrukt dat de jeugd een belangrijke prioriteit voor de Unie moet vormen en dat de jeugddimensie in EU-beleid en EU-programma's zichtbaar moet zijn en versterkt moet worden; is van oordeel dat de jeugd als een horizontaal EU-thema moet worden beschouwd, waarbij synergieën tot stand worden gebracht tussen verschillende beleidsterreinen die betrekking hebben op jeugd, onderwijs en mobiliteit; verwelkomt het vlaggenschipinitiatief „Jeugd in beweging” als een hoeksteen van de Europa 2020-strategie; benadrukt met name dat programma's met een jongerenaspect als Levenslang leren en Jeugd in actie, die worden gekenmerkt door lage kosten per begunstigde en derhalve uiterst doelmatig zijn, gehandhaafd moeten worden als afzonderlijke programma's in het volgende MFK, en dat er veel meer in geïnvesteerd moet worden;
104. unterstreicht, dass die Jugend eine starke Priorität für die Union darstellen sollte und dass die Dimension der Jugend in den Politiken und Programmen der EU sichtbar sein und verstärkt werden sollte; glaubt, dass die Jugend als ein EU-Querschnittsthema aufgefasst werden sollte, bei dem Synergien zwischen den verschiedenen Politikbereichen, die sich auf die Jugend, die Bildung und die Mobilität beziehen, entwickelt werden; begrüßt die Leitinitiative „Jugend in Bewegung“ als Eckpfeiler der Strategie Europa 2020; unterstreicht insbesondere, dass jugendspezifische Programme wie Lebenslanges Lernen und Jugend in Aktion, die mit geringen Kosten pro Begünstigtem verbunden sind und damit eine hohe Effizienz aufweisen, im nächsten MFR als getrennte Programme aufrechterhalten werden sollten, und dass sie sehr viel höhere Investitionen verdienen;

103. benadrukt dat de jeugd een belangrijke prioriteit voor de Unie moet vormen en dat de jeugddimensie in EU-beleid en EU-programma's zichtbaar moet zijn en versterkt moet worden; is van oordeel dat de jeugd als een horizontaal EU-thema moet worden beschouwd, waarbij synergieën tot stand worden gebracht tussen verschillende beleidsterreinen die betrekking hebben op jeugd, onderwijs en mobiliteit; verwelkomt het vlaggenschipinitiatief "Jeugd in beweging" als een hoeksteen van de Europa 2020-strategie; benadrukt met name dat programma's met een jongerenaspect als Levenslang leren en Jeugd in actie, die worden gekenmerkt door lage kosten per begunstigde en derhalve uiterst doelmatig zijn, gehandhaafd moeten worden als afzonderlijke programma's in het volgende MFK, en dat er veel meer in geïnvesteerd moet worden;
103. unterstreicht, dass die Jugend eine starke Priorität für die Union darstellen sollte und dass die Dimension der Jugend in den Politiken und Programmen der EU sichtbar sein und verstärkt werden sollte; glaubt, dass die Jugend als ein EU-Querschnittsthema aufgefasst werden sollte, bei dem Synergien zwischen den verschiedenen Politikbereichen, die sich auf die Jugend, die Bildung und die Mobilität beziehen, entwickelt werden; begrüßt die Leitinitiative „Jugend in Bewegung“ als Eckpfeiler der Strategie Europa 2020; unterstreicht insbesondere, dass jugendspezifische Programme wie Lebenslanges Lernen und Jugend in Aktion, die mit geringen Kosten pro Begünstigtem verbunden sind und damit eine hohe Effizienz aufweisen, im nächsten MFR als getrennte Programme aufrechterhalten werden sollten, und dass sie sehr viel höhere Investitionen verdienen;

- in de Commissiemededeling van 2003, "Efficiënt investeren in onderwijs en opleiding: een dwingende noodzaak voor Europa", wordt nagegaan in hoeverre onderwijs van belang is voor en bijdraagt tot andere kernelementen van de strategie van Lissabon en dat in die mededeling voorts wordt benadrukt dat in de EU te weinig in menselijke hulpbronnen geïnvesteerd wordt en dat zowel de publieke als de private middelen doelmatiger moeten worden besteed door het opleiding- en onderwijsbeleid te coördineren met het werkgelegenheidsbeleid, rekening houdend met het werkprogramma voor de follow-up inzake de gemeenschappelijke doelstellingen en de strategie van levenslang leren;
In der Mitteilung der Kommission von 2003 "Wirkungsvoll in die allgemeine und berufliche Bildung investieren: eine Notwendigkeit für Europa", in der die Wichtigkeit der Bildung für Kernbereiche der Lissabonner Strategie und ihr Beitrag zu diesen Kernbereichen untersucht werden, wird hervorgehoben, dass in der Europäischen Union ein Defizit an Investitionen in Humanressourcen besteht und dass bei den öffentlichen und privaten Investitionen eine größtmögliche Effizienz erreicht werden muss, indem die Bildungs- und Berufsbildungspolitik mit der Beschäftigungspolitik abgestimmt wird; dabei soll dem Prozess im Zusammenhang mit dem Arbeitsprogramm zur Umsetzung der gemeinsamen Ziele und der Strategie des lebenslangen Lernens Rechnung getragen werden.