5. Lid 3 is niet van toepassing op ondermaatse sardine, ansjovis, horsmakreel en makreel die is gevangen om te worden gebruikt als levend aas dat aan boord mag worden gehouden, mits ervoor wordt gezorgd dat de vissen in leven blijven”.
(5) Abweichend von Absatz 3 dürfen untermaßige Sardinen, Sardellen, Stöcker und Makrelen, die als lebende Köder verwendet werden sollen, an Bord behalten werden, sofern sie lebend aufbewahrt werden.“