Daarenboven stelde het Hof vast dat de Staten het recht hadden wederkerigheidsakkoorden inzake sociale zekerheid te sluiten en dat het feit dat een Staat een dergelijk akkoord met een land had gesloten, voor die Staat geen verplichting in het leven kon roepen om dezelfde voordelen inzake sociale zekerheid toe te kennen aan personen die in andere landen wonen (ibid., §§ 88 en 89).
Außerdem hat der Gerichtshof geurteilt, dass die Staaten das Recht hatten, Gegenseitigkeitsabkommen auf dem Gebiet der sozialen Sicherheit zu schließen, und dass der Umstand, dass ein Staat ein solches Abkommen mit einem Land geschlossen hat, für diesen Staat keine Verpflichtung mit sich bringen konnte, den in anderen Ländern wohnhaften Personen die gleichen Vorteile in Bezug auf die soziale Sicherheit zu gewähren (ebenda, §§ 88 und 89).