De verwijzende rechter vraagt of voormelde bepalingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 19 ervan en met de artikelen 9 en 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, schenden « doordat ze a priori de erkenning en elke vorm van subsidiëring onthouden aan een privaatrechtelijk archief- en documentatiecentrum in de Vlaamse Gemeenschap waarvan de activiteit niet gericht is op het patrimonium van één van de in artikel 3 van dat decreet limitatief genoemde ideologisch-filosofische stromingen, met name gericht is op het patrimonium van de vrijzinnige (
niet-confessionele) levensbeschouwing, minstens ...[+++] in de mate dat artikel 5 van dat decreet de erkenning van meer dan één archief- en documentatiecentrum per in artikel 3 genoemde ideologisch-filosofische stroming uitsluit en de decreetgever er daarbij van uitgegaan is dat de vrijzinnige (niet-confessionele) levensbeschouwing die in artikel 181, § 2, van de gecoördineerde Grondwet erkend is voldoende aan bod komt via de in artikel 3 van het decreet van 27 juni 1985 genoemde stromingen en de in artikel 7 van hetzelfde decreet met name vermelde archief- en documentatiecentra ».
Der vorlegende Richter fragt, ob die vorgenannten Bestimmungen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 19 derselben und mit den Artikeln 9 und 10 der Europäischen Menschenrechtskonvention verstossen, « indem sie a priori die Anerkennung und jede Form der Bezuschussung einem privatrechtlichen Archiv- und Dokumentationszentrum in der Flämischen Gemeinschaft vorenthalten, dessen Tätigkeit nicht auf das Erbe einer der in Artikel 3 dieses Dekrets erschöpfend aufgeführten ideologisch-philosophischen Tendenzen, insbesondere auf das Erbe der laizistischen (nichtkonfessionellen) Weltanschauung
, ausgerichtet ist, wenigstens indem Art ...[+++]ikel 5 dieses Dekrets die Anerkennung von mehr als einem Archiv- und Dokumentationszentrum für jede der in Artikel 3 bestimmten ideologisch-philosophischen Tendenzen ausschliesst, wobei der Dekretgeber davon ausgegangen ist, dass die in Artikel 181 § 2 der koordinierten Verfassung anerkannte laizistische (nichtkonfessionelle) Weltanschauung ausreichend zum Zuge kommt über die in Artikel 3 des Dekrets vom 27. Juni 1985 genannten Weltanschauungen und die in Artikel 7 desselben Dekrets namentlich erwähnten Archiv- und Dokumentationszentren ».