(4) Voor uiteenlopende levensmiddelen van dierlijke oorsprong, waaronder vlees, vis, melk, eieren en honing, moeten maximumwaarden voor residuen van farmacologisch werkzame stoffen worden vastgesteld.
(4) Es müssen Höchstmengen für Rückstände pharmakologisch wirksamer Stoffe für alle Nahrungsmittel tierischen Ursprungs, einschließlich Fleisch, Fisch, Milch, Eier und Honig, festgesetzt werden.