3. onderstreept het belang van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) als middel om de levensmiddelenproductie in de Europese Unie veilig te stellen; is van mening dat het GLB sinds de invoering ervan in 1962 voor een zeker levensmiddelenaanbod voor de EU-burgers heeft gezorgd, naast bescherming en verbetering van het platteland en de EU-normen voor de voedselproductie, die de strengste ter wereld zijn; benadrukt dat de communautaire landbouw die rol ook in de toekomst moet blijven spelen;
3. betont die Bedeutung der Gemeinsamen Agrarpolitik (GAP) als Mittel zur Sicherung der Nahrungsmittelerzeugung in der Europäischen Union; ist der Ansicht, dass die zuverlässige Lebensmittelversorgung der EU-Bürger seit der Einführung der GAP im Jahr 1962 sichergestellt ist und darüber hinaus die Umwelt im ländlichen Raum und die EU-Produktionsstandards für Lebensmittel, die die weltweit höchsten sind, geschützt und aufgewertet werden; hält es für notwendig, dass die Landwirtschaft der Europäischen Union diese Aufgabe auch weiterhin erfüllt;