Vertaling van "levenssfeer wijst erop " (Nederlands → Duits) :

53. pleit daarom voor samenwerkingsovereenkomsten tussen Eurojust en derde landen, zoals er inmiddels met de VS, Noorwegen en Zwitserland zijn gesloten, maar benadrukt de noodzaak van volledige inachtneming van het internationaal recht inzake de mensenrechten en de EU-regels voor gegevensbescherming en bescherming van de persoonlijke levenssfeer; wijst erop dat hierbij voorrang dient te worden gegeven aan landen die eveneens zwaar onder het terrorisme lijden, zoals de landen in de MENA-regio; is daarnaast van mening dat het inzetten van verbindingsfunctionarissen van Eurojust in de betrokken landen, met name in het zuidelijke nabuurschap, de informatie-uitwisseling ten goede zou komen en een betere samenwerking in de strijd tegen het terrorisme mogelijk zou maken, met eerbiediging van de mensenrechten;
53. tritt deshalb für die Einrichtung von Kooperationsabkommen zwischen Eurojust und Drittländern ein, vergleichbar mit diejenigen, die bereits mit den Vereinigten Staaten, Norwegen und der Schweiz eingerichtet wurden; betont allerdings, dass ein vollständiger Einklang mit den internationalen Menschenrechtsnormen und den EU-Vorschriften zu Datenschutz und Privatsphäre gewährleistet werden muss; betont, dass diese Abkommen vorrangig mit Ländern eingerichtet werden sollten, die ebenso besonders schwer von Terrorismus betroffen sind, wie etwa die Länder der MENA-Region; ist darüber hinaus der Auffassung, dass die Entsendung von Verbindungsstaatsanwälten von Eurojust in die entsprechenden Länder, insbesondere in die Länder der südlichen Nachbarschaft, mehr Informationsaustausch fördern und bei gleichzeitiger Achtung der Menschenrechte eine bessere Zusammenarbeit zur wirksamen Bekämpfung des Terrorismus ermöglichen würde;

48. pleit daarom voor samenwerkingsovereenkomsten tussen Eurojust en derde landen, zoals er inmiddels met de VS, Noorwegen en Zwitserland zijn gesloten, maar benadrukt de noodzaak van volledige inachtneming van het internationaal recht inzake de mensenrechten en de EU-regels voor gegevensbescherming en bescherming van de persoonlijke levenssfeer; wijst erop dat hierbij voorrang dient te worden gegeven aan landen die eveneens zwaar onder het terrorisme lijden, zoals de landen in de MENA-regio; is daarnaast van mening dat het inzetten van verbindingsfunctionarissen van Eurojust in de betrokken landen, met name in het zuidelijke nabuurschap, de informatie-uitwisseling ten goede zou komen en een betere samenwerking in de strijd tegen het terrorisme mogelijk zou maken, met eerbiediging van de mensenrechten;
48. tritt deshalb für die Einrichtung von Kooperationsabkommen zwischen Eurojust und Drittländern ein, vergleichbar mit diejenigen, die bereits mit den Vereinigten Staaten, Norwegen und der Schweiz eingerichtet wurden; betont allerdings, dass ein vollständiger Einklang mit den internationalen Menschenrechtsnormen und den EU-Vorschriften zu Datenschutz und Privatsphäre gewährleistet werden muss; betont, dass diese Abkommen vorrangig mit Ländern eingerichtet werden sollten, die ebenso besonders schwer von Terrorismus betroffen sind, wie etwa die Länder der MENA-Region; ist darüber hinaus der Auffassung, dass die Entsendung von Verbindungsstaatsanwälten von Eurojust in die entsprechenden Länder, insbesondere in die Länder der südlichen Nachbarschaft, mehr Informationsaustausch fördern und bei gleichzeitiger Achtung der Menschenrechte eine bessere Zusammenarbeit zur wirksamen Bekämpfung des Terrorismus ermöglichen würde;

1. benadrukt dat alle in het kader van de Strategie voor een digitale interne markt ontwikkelde initiatieven, onder erkenning van de meerwaarde van de strategie voor de economie van de EU, in overeenstemming moeten zijn met de grondrechten, en in het bijzonder met de gegevensbeschermingswetgeving; wijst erop dat de eerbiediging van de grondrechten, en dan in het bijzonder de grondrechten inzake de persoonlijke levenssfeer en de bescherming van persoonsgegevens, van essentieel belang is om het vertrouwen en de veiligheid van de burgers te versterken, en dat alleen op basis daarvan de data-economie zich kan ontwikkelen en het potentieel van de digitale sector kan benutten, waardoor vervolgens mogelijkheden en een concurrentievoordeel kunnen worden gecreëerd; wijst erop dat technologieën, het bedrijfsleven en overheidsinstanties moeten samenwerken om de naleving van de toepasselijke wetgeving van de Unie te waarborgen; herinnert eraan dat het in het belang van zowel de gegevenssubjecten als het bedrijfsleven is dat de algemene verordening gegevensbescherming en de gegevensbeschermingsrichtlijn spoedig worden goedgekeurd; vraagt om een herziening van de e-privacyrichtlijn, met als doel om ervoor te zorgen dat de bepalingen van de richtlijn in overeenstemming worden gebracht met het hervormingspakket gegevensbescherming alvorens dit pakket in werking treedt;
1. hebt hervor, dass bei allen im Rahmen der Strategie für einen digitalen Binnenmarkt entwickelten Initiativen die Grundrechte, insbesondere die Datenschutzvorschriften, geachtet werden müssen, wobei der Mehrwert der Strategie für die EU-Wirtschaft anzuerkennen ist; unterstreicht, dass die Achtung der Grundrechte, insbesondere der Privatsphäre und des Schutzes personenbezogener Daten, zentrale Elemente für die Gewinnung des Vertrauens der Bürger und die Verbesserung ihrer Sicherheit sind, die für die Entwicklung der datengesteuerten Wirtschaft mit Blick auf die Ausschöpfung des Potenzials des digitalen Sektors erforderlich und folglich als treibende Faktoren für die Schaffung von Möglichkeiten und eines Wettbewerbsvorteils zu erachten sind; betont, dass es eines Zusammenwirkens von Technologien, Unternehmen und Behörden bedarf, um die Einhaltung des geltenden EU-Rechts zu gewährleisten; weist darauf hin, dass eine zügige Annahme der Datenschutz-Grundverordnung und der Datenschutzrichtlinie sowohl im Interesse der betroffenen Personen als auch der Unternehmen liegt; fordert die Überarbeitung der e-Datenschutz-Richtlinie, um für die Angleichung der Bestimmungen an das Datenschutzpaket bis zum Inkrafttreten des Pakets zu sorgen;

32. wijst erop dat bij de ontwikkeling van het actieplan inzake e-overheid, de infrastructuur en de dienstverlening op alle niveaus aan veiligheidstechnische eisen moet worden voldaan en dat de beste haalbare bescherming van de persoonlijke levenssfeer en van persoonsgegevens en financiële gegevens moet worden gewaarborgd om eender welke onwettige controle te verhinderen;
32. weist darauf hin, dass im Zuge der Entwicklung des eGovernment-Aktionsplans, der Infrastruktur und der Dienstleistungen auf allen Ebenen sicherheitstechnische Anforderungen eingehalten und ein größtmöglicher Schutz von Privatsphäre und personenbezogenen Daten und Finanzdaten garantiert werden muss, um jegliche unerlaubte Überwachung dieser Daten zu verhindern;

22. wijst erop dat registratie van mensen met een handicap in verband met diensten en uit openbare middelen betaalde ondersteuning niet mag leiden tot schending van hun mensenrechten en persoonlijke levenssfeer of stigmatisering;
22. weist erneut darauf hin, dass die Inanspruchnahme von Dienstleistungen und Beihilfen aus dem öffentlichen Haushalt durch Menschen mit Behinderungen nicht zu einer Verletzung ihrer Menschenrechte und Privatsphäre oder zur Bildung von Vorurteilen führen darf;