– gezien de conclusies van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 15 mei 2006 over het vredesproces in het Midden-Oosten , waarin de Raad uiting geeft aan zijn ernstige bezorgdheid over de verslechtering van de humanitaire, economische en financiële situatie op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook, en zich verheugd toont over de bereidheid van het Kwartet om in te stemmen met een tijdelijk internationaal mechanisme met als doel het direct leveren van steun aan de Palestijnse bevolking en het uitoefenen van toezicht daarop,
– unter Hinweis auf die Schlussfolgerungen des Rates (Allgemeine Angelegenheiten und Außenbeziehungen) vom 15. Mai 2006 zum Friedensprozess im Nahen Osten, in denen der Rat seine ernste Besorgnis über die Verschlechterung der humanitären, wirtschaftlichen und finanziellen Lage im Westjordanland und im Gazastreifen zum Ausdruck brachte und die Bereitschaft des Quartetts begrüßte, einen vorläufigen internationalen Mechanismus (TIM) zu befürworten, der auf eine Direkthilfe für die palästinensische Bevölkerung und die Überwachung dieser Hilfe abzielt,