Vertaling van "lgbti-gemeenschap vaak onbestraft blijven " (Nederlands → Duits) :

29. verzoekt Turkije om zich serieus in te spannen om de rechten van de LGBTI-gemeenschap te beschermen en is van mening dat de oprichting van een specifieke instantie om discriminatie, haatzaaiende uitspraken, racisme, xenofobie, antisemitisme en intolerantie te bestrijden de individuele rechten in Turkije zou versterken; dringt erop aan uitgebreide antidiscriminatiewetgeving op te stellen, met inbegrip van het verbod op discriminatie en haatzaaiende uitspraken op grond van etniciteit, godsdienst, seksuele geaardheid, geslacht of genderidentiteit, en om het verbod van dergelijke discriminatie op te nemen in een nieuwe grondwet; is bezorgd over de frequente aanvallen op transgenders en over het gebrek aan bescherming van personen uit de LGBTI-gemeenschap tegen geweld; betreurt het ten zeerste dat haatmisdrijven tegen personen uit de LGBTI-gemeenschap vaak onbestraft blijven of dat de straffen die de daders krijgen opgelegd worden verlaagd vanwege "uitlokking" door het slachtoffer; verzoekt de regering van Turkije opnieuw de Turkse strijdkrachten te gelasten een einde te maken aan het aanmerken van homoseksualiteit en transseksualiteit als "psychoseksuele aandoeningen";
29. fordert die Türkei auf, sich ernsthaft um den Schutz der Rechte der LGBTI-Gemeinschaft zu bemühen, und vertritt den Standpunkt, dass die Einrichtung einer besonderen Stelle für die Bekämpfung von Diskriminierung, Hassreden, Rassismus, Fremdenfeindlichkeit, Antisemitismus und Intoleranz zur Stärkung der Individualrechte in der Türkei beitragen würde; fordert die Türkei auf, eine umfangreiche Gesetzgebung zur Verhütung von Diskriminierung, darunter das Verbot von Diskriminierung und Hassreden aufgrund von ethnischer Zugehörigkeit, Religion, sexueller Orientierung, Geschlecht und Geschlechtsidentität, zu verabschieden und dieses Diskriminierungsverbot in einer neuen Verfassung festzuschreiben; äußert Besorgnis über die häufigen Übergriffe gegen Transsexuelle und den unzureichenden Schutz von Lesben, Schwulen, Bi-, Trans- und Intersexuellen (LGBTI) vor gewaltsamen Übergriffen; bedauert zutiefst, dass Hassverbrechen gegen LGBTI häufig ungestraft bleiben oder die Täter aufgrund „ungerechtfertigter Provokation“ seitens des Opfers Strafmilderung erhalten; bekräftigt seine Forderung an die Regierung der Türkei, die türkischen Streitkräfte anzuweisen, Homo- und Transsexualität nicht länger als „psychosexuelle Krankheiten“ einzustufen;

28. verzoekt Turkije om zich serieus in te spannen om de rechten van de LGBTI-gemeenschap te beschermen en is van mening dat de oprichting van een specifieke instantie om discriminatie, haatzaaiende uitspraken, racisme, xenofobie, antisemitisme en intolerantie te bestrijden de individuele rechten in Turkije zou versterken; dringt erop aan uitgebreide antidiscriminatiewetgeving op te stellen, met inbegrip van het verbod op discriminatie en haatzaaiende uitspraken op grond van etniciteit, godsdienst, seksuele geaardheid, geslacht of genderidentiteit, en om het verbod van dergelijke discriminatie op te nemen in een nieuwe grondwet; is bezorgd over de frequente aanvallen op transgenders en over het gebrek aan bescherming van personen uit de LGBTI-gemeenschap tegen geweld; betreurt het ten zeerste dat haatmisdrijven tegen personen uit de LGBTI-gemeenschap vaak onbestraft blijven of dat de straffen die de daders krijgen opgelegd worden verlaagd vanwege "uitlokking" door het slachtoffer; verzoekt de regering van Turkije opnieuw de Turkse strijdkrachten te gelasten een einde te maken aan het aanmerken van homoseksualiteit en transseksualiteit als "psychoseksuele aandoeningen";
28. fordert die Türkei auf, sich ernsthaft um den Schutz der Rechte der LGBTI-Gemeinschaft zu bemühen, und vertritt den Standpunkt, dass die Einrichtung einer besonderen Stelle für die Bekämpfung von Diskriminierung, Hassreden, Rassismus, Fremdenfeindlichkeit, Antisemitismus und Intoleranz zur Stärkung der Individualrechte in der Türkei beitragen würde; fordert die Türkei auf, eine umfangreiche Gesetzgebung zur Verhütung von Diskriminierung, darunter das Verbot von Diskriminierung und Hassreden aufgrund von ethnischer Zugehörigkeit, Religion, sexueller Orientierung, Geschlecht und Geschlechtsidentität, zu verabschieden und dieses Diskriminierungsverbot in einer neuen Verfassung festzuschreiben; äußert Besorgnis über die häufigen Übergriffe gegen Transsexuelle und den unzureichenden Schutz von Lesben, Schwulen, Bi-, Trans- und Intersexuellen (LGBTI) vor gewaltsamen Übergriffen; bedauert zutiefst, dass Hassverbrechen gegen LGBTI häufig ungestraft bleiben oder die Täter aufgrund „ungerechtfertigter Provokation“ seitens des Opfers Strafmilderung erhalten; bekräftigt seine Forderung an die Regierung der Türkei, die türkischen Streitkräfte anzuweisen, Homo- und Transsexualität nicht länger als „psychosexuelle Krankheiten“ einzustufen;

K. overwegende dat LGBT-personen het slachtoffer zijn van geweld en moorden door IS/Da'esh, die volstrekt onbestraft blijven; overwegende dat LGBT-personen in de regio in een bijzonder kwetsbare positie verkeren omdat zij slechts weinig steun ontvangen van hun families en van de gemeenschap en door de overheid nauwelijks worden beschermd, en dat hun veiligheid in vluchtelingengemeenschappen en bepaalde gastgemeenschappen onvoldoende gewaarborgd wordt;
K. in der Erwägung, dass Lesben, Schwule, Bisexuelle und Transgenderpersonen (LGBT-Personen) Gewalttaten und Morden durch den IS ausgesetzt sind, die vollkommen straflos geblieben sind; in der Erwägung, dass die Situation von LGBT-Personen in diesem Raum besonders heikel ist, weil sie von ihren Familien und Gemeinschaften nur eingeschränkt Unterstützung und von der Regierung nur eingeschränkt Schutz erfahren, und dass ihre Sicherheit auch in den Flüchtlingsgemeinschaften und Gesellschaften bestimmter Aufnahmeländer noch gefährdet ist;

9. veroordeelt nogmaals de geweldpleging tegen en het doden van LGBT-personen in de regio, misdrijven die volstrekt onbestraft blijven; wijst erop dat LGTB-personen in de regio in een bijzonder kwetsbare positie verkeren omdat zij slechts weinig steun ontvangen van hun families en van de gemeenschap en door de overheid nauwelijks worden beschermd, en dat hun veiligheid in vluchtelingengemeenschappen en bepaalde gastgemeenschappen onvoldoende gewaarborgd wordt; dringt er bij de Iraakse regering, de EU-delegatie in Irak en de ambassades van de EU-lidstaten in de regio op aan LGBT-personen bescherming te bieden en zorg te dragen voor onmiddellijke hervestiging van LGBT-personen die uit veiligheidsoverwegingen op de vlucht zijn;
9. verurteilt erneut, dass gegen Lesben, Schwule, Bisexuelle und Transgenderpersonen verübte Gewalttaten und an ihnen verübte Morde in der Region in der Vergangenheit vollkommen straflos geblieben sind; weist darauf hin, dass die Situation von Lesben, Schwulen, Bisexuellen und Transgenderpersonen in der Region besonders heikel ist, weil sie von ihren Familien und Gemeinschaften nur eingeschränkt Unterstützung und von der Regierung nur eingeschränkt Schutz erfahren; weist ferner darauf hin, dass ihre Sicherheit auch in den Flüchtlingsgemeinschaften und Gesellschaften bestimmter Aufnahmeländer noch gefährdet ist; fordert die irakische Regierung, die EU-Delegation im Irak und die Botschaften der EU-Mitgliedstaaten in der Region auf, Lesben, Schwulen, Bisexuellen und Transgenderpersonen Schutz zu gewähren und die direkte Wiedereingliederung dieser Menschen, die aus Sicherheitsbedenken fliehen, zu beschleunigen;

De parlementaire voorbereiding van artikel 5 van het Strafwetboek geeft aan dat de wetgever de « georganiseerde criminaliteit » wilde bestrijden, waarbij wordt onderstreept dat het meestal niet mogelijk is ze grondig aan te pakken « wegens de onmogelijkheid strafrechtelijke vervolgingen in te stellen tegen rechtspersonen », wat « [ertoe] leidt [...] dat bepaalde vormen van crimineel gedrag dikwijls onbestraft blijven, niettegenstaande de vaak zeer ernstige verstoring van de maatschappelijke en economische orde waarmee deze criminaliteitsvormen gepaard gaan » (Parl. St., Kamer, 1998-1999, nr. 2093/5, p. 2).
Die Vorarbeiten zu Artikel 5 des Strafgesetzbuches machen deutlich, dass der Gesetzgeber die « organisierte Kriminalität » bekämpfen wollte, wobei hervorgehoben wird, dass es « wegen der Unmöglichkeit, strafrechtliche Verfolgungen gegen juristische Personen einzuleiten », meistens nicht möglich ist, gegen diese Kriminalität vorzugehen, was « [dazu] führt [...], dass bestimmte Formen kriminellen Verhaltens, trotz der mit diesen Kriminalitätsformen einhergehenden, häufig sehr schwerwiegenden Störung der gesellschaftlichen und wirtschaftlichen Ordnung, oft ungeahndet bleiben » (Parl. Dok., Kammer, 1998-1999, Nr. 2093/5, S. 2).

De EU herinnert aan het grondbeginsel in het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof, namelijk dat de ernstigste misdrijven die de gehele internationale gemeenschap met zorg vervullen, niet onbestraft mogen blijven.
Die EU weist auf das Grundprinzip des Römischen Statuts des Internationalen Straf­gerichtshofs hin, wonach die schwersten Verbrechen, welche die internationale Gemein­schaft als Ganzes berühren, nicht unbestraft bleiben dürfen.

De parlementaire voorbereiding van artikel 5 van het Strafwetboek geeft aan dat de wetgever de « georganiseerde criminaliteit » wilde bestrijden, waarbij wordt onderstreept dat het vaak niet mogelijk is ze grondig aan te pakken « wegens de onmogelijkheid strafrechtelijke vervolgingen in te stellen tegen rechtspersonen », wat « [ertoe] leidt [.] dat bepaalde vormen van crimineel gedrag dikwijls onbestraft blijven, niettegenstaande de vaak zeer ernstige verstoring van de maatschappelijke en economische orde waarmee deze criminaliteitsvormen gepaard gaan » (Parl. St., Kamer, 1998-1999, nr. 2093/5, p. 2).
Die Vorarbeiten zu Artikel 5 des Strafgesetzbuches machen deutlich, dass der Gesetzgeber die « organisierte Kriminalität » bekämpfen wollte, wobei hervorgehoben wird, dass es « wegen der Unmöglichkeit, strafrechtliche Verfolgungen gegen juristische Personen einzuleiten », oft nicht möglich ist, gegen diese Kriminalität vorzugehen, was « [dazu] führt [.], dass bestimmte Formen kriminellen Verhaltens, trotz der mit diesen Kriminalitätsformen einhergehenden, häufig sehr schwerwiegenden Störung der gesellschaftlichen und wirtschaftlichen Ordnung, oft ungeahndet bleiben » (Parl. Dok., Kammer, 1998-1999, Nr. 2093/5, S. 2).

Anonieme misdaden, misdaden die onbestraft blijven, misdadigers die weten dat ze hun straf zullen ontlopen en die vaak zelfs in weelde leven; dit alles zorgt ervoor dat de dood en menselijk lijden banaal worden.
Namenlose Verbrechen, ungesühnte Verbrechen, Straftäter, die mit dem Gefühl der Straffreiheit leben, und oft sogar im Luxus – all dies führt dazu, dass Tod und menschliches Leid banalisiert werden.

De EU herinnert aan het fundamentele beginsel in het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof, namelijk dat de ernstigste misdrijven die de gehele internationale gemeenschap met zorg vervullen, niet onbestraft mogen blijven.
Die EU weist auf das im Römischen Statut des Internationalen Strafgerichtshofs enthaltene grundlegende Prinzip hin, wonach die schwersten Verbrechen, welche die internationale Gemeinschaft als Ganzes berühren, nicht unbestraft bleiben dürfen.

De parlementaire voorbereiding van de in het geding zijnde wet geeft aan dat de wetgever de « georganiseerde criminaliteit » wilde bestrijden, waarbij wordt onderstreept dat het vaak niet mogelijk is ze grondig aan te pakken « wegens de onmogelijkheid strafrechtelijke vervolgingen in te stellen tegen rechtspersonen », wat « [ertoe] leidt [.] dat bepaalde vormen van crimineel gedrag dikwijls onbestraft blijven, niettegenstaande de vaak zeer ernstige verstoring van de maatschappelijke en economische orde waarmee deze criminaliteitsvormen gepaard gaan » (Parl. St ., Kamer, 1998-1999, nr. 2093/5, p. 2).
Die Vorarbeiten zu dem beanstandeten Gesetz machen deutlich, dass der Gesetzgeber die « organisierte Kriminalität » bekämpfen wollte, wobei hervorgehoben wird, dass es « wegen der Unmöglichkeit, strafrechtliche Verfolgungen gegen juristische Personen einzuleiten », oft nicht möglich ist, gegen diese Kriminalität vorzugehen, was « [dazu] führt [.], dass bestimmte Formen kriminellen Verhaltens, trotz der mit diesen Kriminalitätsformen einhergehenden, häufig sehr schwerwiegenden Störung der gesellschaftlichen und wirtschaftlichen Ordnung, oft ungeahndet bleiben » (Parl. Dok., Kammer, 1998-1999, Nr. 2093/5, S. 2).