4. merkt op dat de groei van de marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse steun toe te schrijven is aan de geleidelijke invoering van de rechtstreekse betalingen in de nieuwe lidstaten, waarvoor een extra bedrag van 900 miljoen euro per jaar op de begroting drukt, alsmede aan de geringere bestemmingsontvangsten in dit stadium van de begrotingsprocedure, vergeleken bij 2011, terwijl de uitgaven voor marktinterventie in werkelijkheid lichtelijk gedaald zijn;
4. stellt fest, dass die Erhöhung bei den marktbezogenen Ausgaben und Direktbeihilfen auf die noch andauernde schrittweise Einführung von Direktzahlungen in den neuen Mitgliedstaaten, durch die ein zusätzlicher Mittelbedarf in Höhe von rund 900 Mio. EUR pro Jahr entsteht, und auf den in der jetzigen Phase des Haushaltsverfahrens im Vergleich zu 2011 geringeren Betrag an zweckgebundenen Einnahmen zurückzuführen ist, während die Ausgaben für marktbezogene Maßnahmen in Wirklichkeit sogar leicht rückläufig sind;
