Afdeling 2. - Termijn voor de verrichting van de investeringen die voor steun in aanmerking komen Art. 31. Met inachtneming van artikel 5, § 2, wordt geen onroerende investering in de zin van artikel 11, § 3, eerste lid, onder de in artikel 32, eerste lid, bedoelde voorwaarden opgestart voor de datum van kennisgeving van de ontvankelijkheid van de aanvraag van investeringssteun.
Abschnitt 2 - Frist zur Tätigung der beihilfefähigen Investitionen Art. 31 - Unter Beachtung von Artikel 5 § 2 wird keine Immobilieninvestition im Sinne von Artikel 11 § 3 Absatz 1 vor dem Datum, an dem die Zulässigkeit des Antrags auf eine Investitionsbeihilfe mitgeteilt wurde, unter den in Artikel 32 Absatz 1 angeführten Bedingungen eingeleitet.