4. In het geval van gemengde octrooi- en know-how-licentieovereenkomsten geldt de in lid 1, punten 1 tot en met 5, genoemde vrijstelling voor de Lid-Staten waar de in licentie gegeven technologie door noodzakelijke octrooien wordt beschermd, zolang het produkt onder licentie aldaar door bedoelde octrooien wordt beschermd, wanneer de duur van deze bescherming de in lid 3 genoemde perioden overschrijdt.
(4) Bei gemischten Patentlizenz- und Know-how-Vereinbarungen gilt die Freistellung nach Absatz 1 Nummern 1 bis 5 in den Mitgliedstaaten, in denen die überlassene Technologie durch notwendige Patente geschützt ist, so lange, wie das Lizenzerzeugnis in diesen Mitgliedstaaten patentrechtlich geschützt ist, sofern diese Schutzdauer die in Absatz 3 genannten Zeiträume überschreitet.