Indien de in de eerste alinea bedoelde opneming niet plaatsvindt, maakt een lidstaat die niet deelneemt aan de in artikel 26 bedoelde gezamenlijke actie maar ervoor kiest om overeenkomstig de leden 1 en 2 van dit artikel zijn eigen veilingplatform aan te wijzen, gebruik van de overeenkomstig artikel 26, lid 1 of lid 2, aangewezen veilingplatforms voor het veilen van zijn aandeel van de emissierechten dat anders in de periode van drie maanden na de inwerkingtreding van de in de eerste alinea bedoelde inschrijving zou zijn geveild op het overeenkomstig lid 1 of lid 2 van dit artikel aan te wijzen veilingplatform.
Solange die in Unterabsatz 1 vorgesehene Liste nicht vorliegt, nutzt ein Mitgliedstaat, der nicht an der gemeinsamen Maßnahme gemäß Artikel 26 beteiligt ist, sondern gemäß den Absätzen 1 bis 2 des vorliegenden Artikels seine eigene Plattform bestellen möchte, bis zum Ablauf von drei Monaten nach Inkrafttreten der in Unterabsatz 1 vorgesehenen Liste die gemäß Artikel 26 Absatz 1 oder 2 bestellten Auktionsplattformen, um seinen Anteil an den Zertifikaten zu versteigern, der ansonsten auf der gemäß Absatz 1 oder 2 des vorliegenden Artikels bestellten Auktionsplattform versteigert worden wäre.