« Schendt artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, vóór de inwerkingtreding van de wet van 21 februari 2010 (en gelezen zoals onder meer in de arresten van het Grondwettelijk Hof van 18 mei 2011 (nr. 83/2011) en 8 maart 2012 (nr. 43/2012)) de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre een rechtsplegingsvergoeding ten laste van de ambtenaar van de burgerlijke stand kan worden gelegd wanneer hij in het ongelijk wordt gesteld in een tegen hem ingesteld verhaal ex artikel 167, laatste lid BW waarin hij optreedt in het algemeen belang ?
« Verstösst Artikel 1022 des Gerichtsgesetzbuches in der vor dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 21hhhhqFebruar 2010 geltenden Fassung - und gelesen wie unter anderem in den Entscheiden des Verfassungsgerichtshofes vom 18hhhhqMai 2011 (Nr. 83/2011) und vom 8hhhhqMärz 2012 (Nr. 43/2012) - gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem eine Verfahrensentschädigung dem Standesbeamten zur Last gelegt werden kann, wenn er in einer aufgrund von Artikel 167 letzter Absatz des Zivilgesetzbuches gegen ihn eingelegten Beschwerde, in deren Rahmen er im allgemeinen Interesse auftritt, unterliegt?