De artikelen 31, 32, 33, 35, 36, 37, 38 en 39 van de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen raken aan prerogatieven die eigen zijn aan de uitoefening van het mandaat van lid van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad doordat zij een ongunstige invloed kunnen hebben op het gewicht van hun stem bij de wijziging van het reglement van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, bij de goedkeuring van ordonnanties vastgesteld krachtens artikel 6, § 1, VIII, eerste lid, 1 tot 5, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, bij de verkiezing van de ministers en gewestelijke staatssecretarissen, bij het aannemen van een motie van wantrouwen gericht tegen een
...[+++]lid van de Regering dat tot de Nederlandse taalgroep behoort, bij de beslissingen van de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en bij de uitoefening van de bevoegdheden van de Vlaamse Gemeenschapscommissie.Die Artikel 31, 32, 33, 35, 36, 37, 38 und 39 des Sondergesetzes vom 13. Juli 2001 zur Ubertragung verschiedener Befugnisse
an die Regionen und Gemeinschaften beeinträchtigen die Vorrechte, die mit der Ausübung des Mandates als Mitglied des Rates der Region Brüssel-H
auptstadt verbunden sind, da sie einen ungünstigen Einfluss haben können auf das Gewicht ihrer Stimme bei der Abänderung der Geschäftsordnung des Rates der Region Brüssel-Hauptstadt, bei der Annahme von Ordonnanzen, die aufgrund von Artikel 6 § 1 VIII Absatz 1 Nrn. 1 bis 5
...[+++] des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen angenommen werden, bei der Wahl der Minister und regionalen Staatssekretäre, bei der Annahme eines Misstrauensantrags gegen ein der niederländischen Sprachgruppe angehörendes Regierungsmitglied, bei Beschlüssen der Vereinigten Versammlung der Gemeinsamen Gemeinschaftskommission und bei der Ausübung der Zuständigkeiten der Flämischen Gemeinschaftskommission.